Annette Harberink boert al meer dan 10 jaar op het moderne biologische melkveebedrijf Keizersrande in de uitwaarden van de IJssel, bij Deventer. Ze is koploper in de natuurinclusieve landbouw en deelt met ons haar kennis en ervaring. Harberink verwacht dat de boer als ‘enkel producent’ op termijn zal verdwijnen. “De boer wordt naast producent steeds meer landschapsbeheerder en het product zal meer in dienst staan van de omgeving waarin hij of zij boert.”
Op Keizersrande verbindt boerin Annette Harberink de natuur met het boerenleven. Haar werkwijze is gebaseerd op het Wageningse beheerconcept Boeren voor Natuur wat betekent dat de agrarische exploitatie geheel ten dienste staat van de natuur- en landschapswaarden binnen het gebied. Harberink heeft een nagenoeg gesloten kringloopproces (zonder aanvoer van veevoer of meststoffen) en inkomsten uit natuur- en waterbeheer en productie van melk en vlees. Ze melkt zeventig koeien en beheert 135 hectare natuurland. “Ik wil op termijn graan telen voor humane consumptie, daarnaast staat op het bouwplan suikermais en lupines.”
Nee, haar manier van boeren wil en kan niet iedereen. Toch ziet Annette Harberink dat er steeds meer aandacht is voor natuurinclusief boeren, voor biodiversiteit en kleinschaligheid. Harberink: “We zitten in een transitie naar een andere manier van landgebruik en omgang met dieren. Ik kan niet zeggen wat een andere boer móet doen, dat is immers sterk afhankelijk van de omgeving waar hij of zij boert. Wel wil ik mijn kennis delen.”
Wat voor boer wil ik zijn?
“Wie meer natuurinclusieve landbouw wil, moet weten op wat voor manier hij of zij dat wil doen. Wat voor boer wil ik zijn? Waar leg ik de focus op? Kleinschalig? Meer akkerbouw voor humane consumptie? Hoe richt ik mijn bedrijf in, waar haal ik mijn omzet vandaan? Wat wil en kun je in de omgeving waar je boert? Ik haal mijn omzet voor driekwart uit de verkoop van melk en vlees en GLB-gelden. Daarnaast word ik betaald door werk te leveren ten behoeve van water en natuur. Op termijn wil ik vooral gaan richten op akkerbouw en nog minder koeien gaan houden voor productie van melk en vlees. Dat is een toekomstvisie die mogelijk pas over 10 jaar werkelijkheid wordt, maar dit is een proces van de lange adem waar ik nu al iedere dag aan werk.”
Kijk om je heen
“Kijk bij andere boeren hoe zij het doen, leer van hun ervaringen en fouten. Zo heb ik veel geleerd over het akkerrandenbeheer dat ze in Noord-Groningen al lang toepassen. Ik heb dat in eerste instantie overgenomen, maar wel aan deze omgeving met bijbehorende randvoorwaarden aangepast.”
Neem de tijd
“Je verandert je bedrijf niet van de een op de andere dag, neem dus de tijd. Begin met een activiteit waar je geïnteresseerd in bent, bijvoorbeeld weidevogelbeheer of kruidenrijk grasland en probeer dat uit. Geef het ook de tijd en verwacht niet dat je direct het eerste seizoen succes hebt.”
Wees flexibel
“Op mijn bedrijf creëer ik een leefomgeving voor verschillende doelsoorten. Soms werkt het, soms werkt het niet. Lukt het niet om een bepaalde dier- of plantensoort te ‘behouden’, dan beweeg ik mee. Wat heeft dit dier of deze plant nodig om wel hier te blijven? Het betekent dat je flexibel moet zijn, een boer dienstbaar aan de natuur. Ook moet de terreinbeheerder flexibel zijn, daar moet je mee om kunnen gaan.”
Blijf in contact met anderen
“Contact met andere boeren is voor mij het middel om mijn bedrijf verder te ontwikkelen. Caring Farmers is voor mij heel belangrijk om kennis te maken met andere koplopers en kennisuitwisseling van vooruitstrevende manieren van natuurinclusieve landbouw. Het is leerzaam en inspirerend. Natuurlijk Kapitaal laat een bredere doelgroep kennis maken met natuurinclusieve landbouw.”
Dit artikel is geschreven door Lytsa Post (Projectleider Communicatie LTO Noord) in samenwerking met Natuur voor Elkaar (initiatief van Provincie Overijssel).