Over dit project
Biodiversiteit staat wereldwijd onder forse druk. Melkveebedrijven in Nederland zijn de grootste gebruiker van het landbouwareaal in Nederland en kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van biodiversiteit. Dikwijls is extensivering de strategie om meer ruimte te bieden aan biodiversiteit. Dat gaat vaak ten koste van de voerproductie (hoeveelheid en/of kwaliteit) en het bedrijfsrendement. WUR, LTO Noord en andere partners gaan in het onderzoeksproject ‘met precisie naar meer biodiversiteit’ de uitdaging aan om een forse winst op biodiversiteit te combineren met behoud van voerproductie of efficiëntieverbetering. Inspiratie hiervoor wordt gevonden in precisielandbouw.
Precisielandbouw kan bijdragen aan minder middelengebruik en aan het optimaal beheren en integreren van kruidenrijk gras. Het gebruik van precisielandbouw brengt kosten met zich mee die door aanvullende inkomsten op specifieke diensten en kostenbesparingen op kunstmest-krachtvoer en extra gewasopbrengsten nivelleren. Om de PPS te structureren wordt er gewerkt vanuit verschillende werkpakketen met verschillende teams.
In het eerste werkpakket zitten de 3 innovatie experimenten: productief kruidenrijk grasland, vaste rijpaden met peilverhogingen en plaatsspecifieke bemesting. Het tweede werkpakket bestaat uit een praktijknetwerk van loonwerkers en melkveehouders. Het innovatienetwerk brengt 20-25 voorlopers (loonwerkers en melkveehouders) uit Nederland bij elkaar om ervaringen uit te wisselen en te bespreken wat er nodig is aan innovaties, regelgeving, stimulering etc. Het derde werkpakket betreft de proeftuin Biodiversiteit Dairy Campus in Leeuwarden. Innovatiecentrum Dairy Campus in Leeuwarden heeft hiervoor in 2018 een strategie ontwikkeld en wil deze strategie toepassen in de vorm van een Proeftuin. Het vierde werkpakket is het projectmanagement en communicatie. Dit is waar wij, LTO Noord, bij betrokken zijn.
Daarnaast leveren wij via LTO Noord Innovatiefonds een financiële bijgedragen aan het project ‘met precisie naar meer biodiversiteit'.
Projectresultaten
Het project is inmiddels (december 2024) in afrondende fase. Uit de onderzoeken zijn de volgende conclusies naar voren gekomen:
- De intrinsieke motivatie van de melkveehouder speelt een sleutelrol bij het creëren van ruimte voor meer biodiversiteit;
- Productief kruidenrijk grasland is vanwege een vergelijkbare opbrengst en kwaliteit, relatief gemakkelijk in te passen in de bedrijfsvoering van een modern veehouderijbedrijf;
- Afhankelijk van het perceel en de bedrijfssituatie zijn er mogelijkheden om randen, kopakkers en slootkanten (perceelsdelen) vrij te maken voor biodiversiteit;
- Een eerste stap in precisielandbouw op grasland is het onbemest laten van die perceelsdelen. Vanwege bodemverdichting zijn dat zijn vaak de delen waar de opbrengst van Engels raaigras toch al lager is;
- Perceelsbalansen, waarbij de melkveehouder de bemesting en opbrengst per perceel bijhoudt, maken het gemakkelijker voor de melkveehouder om percelen met elkaar te vergelijken;
- Loonwerkers hebben naast de nodige machines en apparatuur toenemende kennis en ervaring op het gebied van precisielandbouw en willen melkveehouders graag helpen bij het verder optimaliseren van hun grasland gebruik;
- Tijdens het onderzoek was de verhoging van de grasopbrengst met behulp van precisielandbouw tijdens de experimenten onvoldoende om te kunnen compenseren voor verlies op de onbemeste delen. Compenseren en belonen door de overheid voor deze ecosysteemdiensten blijft daardoor nodig.