Voor LTO Vrouw Bedrijf willen we maandelijks iemand uit de politiek interviewen en procesmatige vragen stellen. LTO Noord Vrouw & Bedrijf, een vrijwillige commissie, richt zich op bewustwording en versterking van de sociale en financieel economische positie van vrouwen op het agrarisch bedrijf. Ons plan is om wat meer duidelijkheid geven over de politiek. We merken dat agrarische vrouwen de politiek (soms) moeilijk vinden. En hopen hiermee enigszins duidelijkheid te scheppen.
Wie is wethouder Richard de Way?
“Je bent alleen maar iemand dankzij de mensen om je heen, zeg ik altijd.” Wethouder Richard de Way is 60 jaar, getrouwd met Esther en ze hebben samen drie kinderen. “Ik ben mijn hele leven sportief en bestuurlijk actief geweest. En maatschappelijk betrokken bij de voetbalclubs en scholen.” Bijna zijn hele werkende leven heeft de Way bij de Rabobank gezeten. “Een bonte reis door de bank en door het land. Ooit ben ik aan de balie gestart in Nieuwkoop en vervolgens in verschillende management- en directiefuncties beland. Door toeval ben ik in Twente terecht gekomen.” Vanaf 2011 was de Way directievoorzitter van de Rabobank Twente Oost. Hij is destijds niet verhuisd omdat hij zijn kinderen, gezien hun leeftijd toen, niet meer wilde ontwortelen. Sinds jaar en dag werkt hij dan ook een dag van de week vanuit huis en de rest inclusief regelmatig het weekend samen met zijn vrouw in Twente. “Enige flexibiliteit daarin is vereist, maar dat (was en) is prima te managen.” In Twente kon de Way vanuit de Rabobank echt iets betekenen en daarin ook de juiste afwegingen maken in de rol als directeur. Later werd dit mandaat steeds verder ingeperkt, waardoor volgens de wethouder de charme van lokaal besturen afvlakte. “De regio en de cultuur en mensen zijn in echt in mijn hart gaan zitten.”
Richard de Way is momenteel al anderhalf jaar wethouder in de gemeente Dinkelland voor Lokaal Dinkelland. “Eigenlijk had ik nooit gedacht dat ik ooit wethouder zou worden. Ik kende de functie alleen maar vanuit mijn werkzaamheden en netwerk als Rabobankdirecteur. En had daarin met de gemeenten Dinkelland, Losser en Oldenzaal te maken. Het gevoel van de lokale coöperatie en het maatschappelijke karakter vind ik weer terug in het wethouderschap”. Volgens de wethouder heb je bestuurders nodig, die binnen de wetten, beleidsregels zijn of haar mandaat ook gebruikt om keuzes te maken die afwijkend kunnen zijn van het beleid. “Dat doe je op basis van de bevoegdheid als college of samen met de gemeenteraad. Hier heb je een zorgvuldig besluitvormingsproces voor nodig. Als die optie niet meer zou bestaan zou je alleen een computer nodig hebben omdat het beleid toch al vaststaat.” De Way ziet gelukkig heel veel terreinen waar je veel invloed kunt uitoefenen. “Als alle mensen en/of betrokken partijen beter of blijer worden van zo’n besluit en een hieraan verbonden oplossing doen we het samen goed.”
In veel gemeentes wordt er een coalitieakkoord opgesteld. Gezamenlijk is er een coalitie gevormd en is de oppositie bekend. Daar zijn door de coalitiepartijen wethouders bij gekozen. “Er is in Dinkelland eerst een raadsbreed akkoord gesloten voordat er überhaupt een coalitie is gevormd. De gemeenschappelijke thema’s zijn besproken en in het raadsakkoord vastgelegd. Hoe dit uitgevoerd zou moeten worden is opgenomen in het daarna vastgestelde collegeakkoord.” De Way geeft aan dat verschillen tussen partijen buiten het akkoord gebleven zijn “In de toekomst gaan we de discussie hierover aan, in en met de Gemeenteraad.” Buitengebied in balans, is geschreven vanuit een gezamenlijk perspectief. Zowel natuur als de agrarische sector als de inwoners en de toeristische sector willen we samen naast elkaar laten bestaan. “Best een complex uitgangspunt, maar dat is wel zodanig geformuleerd dat voor iedere inwoner dat ‘perspectief’ bovenaan staat.” vertelt de Way.
De rol van de wethouder
Als wethouder is Richard de Way verantwoordelijk voor Jeugdzorg, Agrarische sector, Financiën, en voor Sport en Onderwijs. “Een enorme diversiteit en dat spreekt mij juist aan. De ambtenaar heeft dan vaak de vakinhoudelijke kennis die daarbij ondersteuning geeft. En die schuift er dan ook bij aan tafel.” In bestuurlijk Nederland doet de rol van de wethouder ertoe volgens de Way. In principe kan iedereen kan wethouder worden, maar volgens de Way is het wel zo, dat de functie veel van je vraagt en opleiding, werk- en levenservaring zeer relevant zijn. “Je moet een juiste bestuurlijke afweging kunnen maken en daarbij sta je ook voor zorgvuldige besluitvorming. Ik maak een bewuste afweging wanneer ik een-op-een met iemand in gesprek ga, of dat ik daarbij direct ambtelijke ondersteuning wil inzetten. Beide gevallen zijn wat mij betreft prima.”
Hoe kun je als (vrouwelijke) ondernemer een wethouder het beste benaderen of beïnvloeden?
“Er zit kracht bij de onderneemsters. Die is van wezenlijk belang voor het functioneren van de boeren maatschap. Iedereen die zich bij me meldt krijgt antwoord. Op welke manier de vraag ook tot mij komt, whatsapp, mail, LinkedIn, Messenger of bellen etc. Uiteraard kan ik niet van iedere zaak in detail op de hoogte zijn maar dan achterhaal ik wel wie dit in behandeling heeft.”
Staan er alweer agrarische werkbezoeken gepland?
“Jazeker, met enige regelmaat. Tussen de afspraken door ga ik ook spontaan bij bedrijven op bezoek. Ik vind het belangrijk om te horen wat er speelt, dus ik ga vooral om te luisteren.” Naast deze bezoeken houdt het college haar collegevergaderingen ongeveer elke maand op locatie. Deze vergadering wordt dan gecombineerd met een bedrijfsbezoek verdeelt over diverse sectoren.
Hoeveel invloed heeft een wethouder op het Provinciale, landelijke en Europese beleid?
“Ik heb ook een rol binnen het sociaal domein en er zijn allerlei projecten op sociaal maatschappelijk vlak, vaak gericht op jeugdzorg, eenzaamheid en ouderen. Ik heb hierbij aangegeven om ook op sociaal vlak meer aandacht te schenken aan de agrariër, de boeren. In algemene zin moet er juist in deze complexe tijd meer menselijke aandacht komen voor deze doelgroep. Daarnaast is er ingezet om samen met alle gemeentes in de Provincie Overijssel de inzetbaarheid van de ervencoaches te verlengen.” Deze ervencoaches zijn onafhankelijk. Uiteindelijk is hiervoor cofinanciering gerealiseerd door alle gemeentes en de Provincie waarmee inzet van de erfcoaches tot en met 2026 is geborgd. Een wethouder - en hiermee ook een gemeente - heeft ook invloed op het provinciaal beleid, volgens de Way. “We streven naar zoveel mogelijk regie op alle onderwerpen binnen de gemeente. Er is intensief contact met de provincie.” De Provincie heeft de opdracht gekregen van het Rijk om het PPLG uit te werken. De Provincie heeft dit plan opgesteld samen met de gebiedspartners: gemeentes, waterschappen en andere belangrijke partners. “In Noord-Oost Twente verband is er veelvuldig afstemming over dit onderwerp. Hierbij hebben we bestuurlijk met de drie andere NO Twente gemeentes aan dat concept PPLG gewerkt.”
Hoe zie jij de rol van een agrarisch onderneemster?
“Steeds vaker zie je dat de vrouwelijke onderneemster ook bij de gesprekken aanwezig is en een belangrijke bijdrage levert. Zorg dat je binnen je maatschap ruimte creëert voor verschillende meningen, ruimte voor het gesprek, dan gaat een (familie)bedrijf vaak beter floreren.” De Way vindt de discussie belangrijk. “Binnen de organisatie moet je ruimte maken voor andere meningen. Iedere stem in een onderneming moet gehoord worden.” “In de keukentafelgesprekken die ik voer wil ik invoelen en spiegelen.” Volgens de Way dient de agrarische sector nog meer als een reguliere ondernemer te denken. “Natuurlijk moet de overheid helderheid en duidelijkheid geven over het perspectief zeker gezien de vele onzekerheden die nu spelen, maar in essentie moet iedere ondernemer in iedere sector zelf omgaan met veranderend beleid (en omstandigheden) en zich richten op datgene waarop ze zelf invloed kunnen uitoefenen.”
Waar begin ik als ik een andere activiteit zou willen beginnen?
Volgens de Way is dat eigenlijk heel simpel en is er aan de voorkant veel mogelijk: “Als je met een idee rond loopt, kan je ook in je eigen verkenningsfase samen met de gemeente al gaan kijken of je plan past binnen de bestemmingsplannen. Dus nog zonder een aanvraag te doen. Gewoon in gesprek gaan. Wat heb je nodig, wat past niet en hoe kan het wel.” In het verleden is er, volgens de wethouder, met het beleid in het buitengebied nogal traditioneel gedacht en zullen overheden ook meer moeten gaan kijken naar wat wèl kan. Dus transitie moet ook mogelijk zijn, nu er stevige keuzes bij agrarische bedrijven moeten worden gemaakt. In de gemeente Dinkelland is hierbij verscheidenheid in het aanbod belangrijk. “Soms hebben mensen een concreet idee of zijn mensen nog zoekende. Praten helpt in beide gevallen. Niet iedereen is geschikt om bijvoorbeeld iets toeristisch te gaan doen en wil vooral agrariër blijven. Doe waar je veel energie van krijgt en waar je goed in bent. Zoek binnen de mogelijkheden naar datgene wat bij je past.”