Praktijkervaringen druppelirrigatie uitgewisseld

  • Bomen en vaste planten

Kwekers uit de regio’s Horst a/d Maas en Opheusden wisselden woensdagavond 21 december praktijkervaringen met druppelirrigatie uit.

spruiten-03

De uitwisseling vond plaats bij Volentis/Aquafeed in Echteld en was georganiseerd vanuit de innovatiekringen rond weerbaar telen in Opheusden en Horst a/d Maas. In regio Opheusden hebben diverse kwekers al een aantal jaren ervaring met druppelirrigatie in de vollegrond, een ontwikkeling die is doorgezet vanuit het druppelen in de goten- en containerteelt. De eerste kwekers in regio Horst a/d Maas zijn afgelopen jaar gestart met druppelen. Allen druppelen als alternatief voor haspels en vanwege vaker voorkomende droogteperioden.

Verschillen in sensoren

De kwekers gebruiken systemen van verschillende leveranciers, maar op zich komt de basis op hetzelfde neer: hoofdleidingen, dikwandige slangen voor meerdere teelten, dunwandige voor één teelt, aansturing elektrisch vanuit een systeem dat wel/niet zelfvoorzienend is met zonnepanelen en een accupakket. Verschillen kunnen zitten in de aansturing op basis van data, via sensoren in de grond die bodemvocht meten of de zuigspanning, of op gevoel.

Ondergronds of bovengronds leggen

Hoe en waar de slangen worden gelegd, verschilt ook per bedrijf. De ene kweker had eerst bewust alle slangen ondergronds laten leggen, omdat uitstekende delen bovengronds kwetsbaar zijn voor beschadigingen (door bijvoorbeeld trekkers), maar gaat nu toch bovengronds omdat het druppelen dan beter stuurbaar is. De andere kweker hangt de slangen een stukje boven de grond aan de bomen, zodat de slangen niet in de weg zitten bij het rooien en bijvoorbeeld mechanische onkruidbestrijding.

Hoe dichter bij wortels, des te beter

Hoe dichter de slangen bij de wortels liggen, des te beter omdat het druppelen dan direct beschikbaar is voor opname. Bedoeling is dat de capillaire werking van de grond constant wordt geholpen. De waterverdeling verschilt wel per grondsoort en is breder op kleigrond, dan op zandgrond. Liggen de slangen ondergronds tussen rijen, dan zijn ze met techniek er vrij goed weer uit te trekken en op te rollen. Liggen ze onder het gewas, dan is er bij het weghalen kans op schade aan wortels.

Bodempotentiekaarten en gewasverdamping

Als je weet hoeveel vocht de bodem en het gewas verdampen, kun je nog gerichter gaan druppelen. Op basis van onderzoeksgegevens zijn bodempotentiekaarten te maken van percelen. Die zijn te koppelen aan gewasverdamping, wat bijvoorbeeld al gebeurt in de aardappelen en de uien. Dat is ook in de boomkwekerij mogelijk, werd op de bijeenkomst in Echteld duidelijk, met LAI (Leaf Area Index) dat de grootte van bladoppervlak aangeeft.

Arno Engels

Bron:

LTO Nederland