Fauna is een onderwerp waar melkveehouder Ad van Rees (62) uit het Zuid-Hollandse Brandwijk graag zijn tanden in zet. Sinds februari is hij themahouder Fauna bij LTO Noord in provincie Zuid-Holland. ‘Ik wil leden vooral aanmoedigen om schade te blijven melden’, zegt hij.

Met wie runt u uw melkveebedrijf?

‘Samen met mijn vrouw en 28-jarige zoon. Wij melken 180 koeien, houden 80 stuks jongvee, hebben 40 schapen met lammeren en beschikken over 100 hectare landbouwgrond. We boeren nabij een Natura 2000-gebied, dat ganzen op moet vangen.’

Heeft u eerder bestuurlijke ervaring opgedaan?

‘Ik ben ooit begonnen bij de toenmalige Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB). Daarnaast heb ik in het waterschapsbestuur gezeten, ben ik gemeenteraadslid geweest en ben ik nu bestuurlijk actief bij een agrarisch natuurcollectief en bestuurslid bij DeltaMilk, een coöperatie die eigenaar is van Zuivel-fabriek De Graafstroom.’

Hoe kwam de LTO Noord-functie op uw pad?

‘Ik werd benaderd door provinciaal voorzitter Arie Verhorst. Kennis en ervaring over natuur- en faunazaken en mijn opgebouwde netwerk kan ik goed inzetten. Daarom heb ik ‘ja’ gezegd.’

Wat speelt er in uw regio op dit gebied?

‘Boeren en tuinders in provincie Zuid-Holland ervaren hinder van ganzen op het boerenland. Deze dieren komen overvloedig voor in West-Nederland en veroorzaken veel schade. De afgelopen twintig jaar is de ganzenpopulatie fors toegenomen, vooral doordat het Natura 2000-gebied in onze regio oorspronkelijk als doel had om bepaalde soorten in de winterperiode op te vangen. Denk aan de kolgans, brandgans en de kleine zwaan. Dit heeft ertoe geleid dat we in toenemende mate ook last hebben van vooral de grauwe gans.’

LTO Noord is betrokken bij een grootschalig plan?

‘In de provincies Zuid-Holland, Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zeeland wordt gewerkt aan het Interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen 2024-2030. Als LTO Noord zitten we aan tafel om mee te denken over de invulling van dit plan en de praktische uitvoering.’

Wat speelt er verder?

‘In de Hoeksche Waard is vanuit het niets een populatie damherten ontstaan. Die populatie begint nu behoorlijk uit te dijen. Behalve dat damherten schade veroorzaken aan boerenland, zien we ook veel inteelt in deze populatie ontstaan. Dat leidt tot gezondheidsproblemen onder de dieren. Uiteindelijk wordt dit een lijdensweg.
‘Samen met de faunabeheereenheden en andere organisaties hebben we de handen ineengeslagen en proberen we mensen die de populatie willen behouden, op een zo feitelijke manier erop te wijzen dat beheer noodzakelijk is. We moeten evenwicht houden.’

Wat is uw boodschap aan leden?

‘Heeft u faunaschade? Blijft dit melden. Het is misschien een tijdrovende en ingewikkelde klus, maar melden blijft ontzettend belangrijk. Als wij geen schade melden, denken instanties dat de faunaschade meevalt. Met alle gevolgen van dien. Geloof mij: de investering is het meer dan waard.’