LTO Noord-bestuurder Gijs Stigter zet zich schrap en verweert zich met drie afdelingen.
De Lekdijk beschermt een groot deel van Midden- en West-Nederland tegen het wassende water. Om die taak voor de toekomst veilig te stellen, moet afgaande op allerlei klimaatmodellen de dijk worden versterkt. Een rijksopdracht aan hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR). Een proces waarin aanwonenden, burger of boer, een belang hebben.
Grote delen van de benodigde grond, vooral binnen- maar ook buitendijks, zijn immers in bezit van deze groep. Dus zou je denken dat die aanwonenden vroegtijdig worden meegenomen in de opdracht die HDSR uit te voeren heeft. Volgens afdelingsbestuurder Gijs Stigter van LTO Noord-afdeling Zuid-West Utrecht is niets minder waar.
‘Twee jaar geleden is bestuurlijk vastgelegd dat het hoogheemraadschap er naar streeft om de eerste 4 tot 5 meter vanaf de kruin, dat is het wegdek, van de dijk in eigendom te krijgen. Toen is er reuring ontstaan in de buurt. Later werd ‘streven’ nog versterkt door het te vervangen door ‘willen’. En als het niet via een schikking zou lukken, dan maar via onteigening’, blikt hij terug in de tijd.
Verontwaardiging geborgde zetels
Naast regiobestuurder is Stigter ook themahouder Bodem en water. In die functie is hij de contactpersoon tussen LTO en de waterschappen. ‘Onder de boeren was er verontwaardiging over de geborgde zetels in het waterschap. Mensen die door LTO daar zijn neergezet en voor onteigening waren. Wat moet je met geborgden die tegen boeren stemmen?’, stelt hij. Maar dat is allemaal onderdeel van het politieke spel.
Een ‘spel’ dat volgens hem een valse start heeft gekend. ‘Er was al een verziekte sfeer voordat HDSR het veld in ging. Geen goede manier om de keukentafelgesprekken aan te gaan’, is zijn kritiek op het schap.
Buren nestelden zich samen in een bewonersvereniging, vergaarden juridische steun en riepen De Stichtse Rijnlanden op het matje. Pas vanaf dat moment kon worden gesproken over een overlegsituatie met alle partijen.
Kritisch oog
Hoewel LTO Noord hierin geen partij is, volgden de afdelingen Zuid-West Utrecht, Bunnik-Houten en Kromme Rijn en Heuvelrug de discussies met een kritisch oog. ‘Om boeren bij te staan en te adviseren als dat nodig zou zijn’, meldt Stigter. Voor HDSR was (en is) de missie helder: de gronden in eigendom van het waterschap, zodat ze kunnen doen wat goed is voor de dijk. Na de overdracht door de huidige eigenaren zouden die de grond voor niks in bruikleen terugkrijgen. Die boodschap moest voor geruststelling zorgen.
‘Wat kan je als boer dan nog gebeuren, moet het waterschap hebben gedacht’, vult de afdelingsbestuurder in. Het klinkt ook mooi: geld voor grond die je daarna gratis mag gebruiken. ‘Maar voor hoe lang?’, is hij kritisch en op zijn hoede.
‘Een waterschapsbestuur kan nu iets besluiten, maar na verkiezingen kan het zomaar anders zijn en staat de boer in zijn hempie.’
Vraagstukken te over, waarop het antwoord nog niet helder is. ‘Er moet nog verder worden gesproken over hoe we de zekerheid over gebruik in de toekomst kunnen indekken, maar ook over de randvoorwaarden van dat gebruik. In hoeverre wordt de bedrijfsvoering beperkt? Hoe zit het met de overlast van omliggende terreinen als daar niet aan onkruidbestrijding wordt gedaan?’
Enige geruststelling
Enigszins geruststellend is de ‘kwalitatieve verplichting’, een clausule die aan de overdrachtsovereenkomst wordt gehangen bij verkoop van de grond. Daarin staat dat HDSR geen medewerking verleent aan bijvoorbeeld een fiets- of wandelpad of andere recreatief gebruik van de overgedragen grond.
Als het aan Stigter en de zijnen ligt, worden er nog meer afspraken gemaakt over de kwalitatieve verplichting. Zo willen de lokale LTO Noord-afdelingen dat het hoogheemraadschap geen nadere verplichtingen of beperkingen kan opleggen aan de verkopers/gebruikers en dat dit ook in de overeenkomsten wordt vastgelegd.
En dan gaat het alleen nog maar om de binnendijkse gronden. Die vormen het grootste deel van het oppervlakte dat nog in bezit is van de dijkbewoners. De buitendijkse terreinen, dus die richting het water lopen, zijn voor meer dan de helft al in het bezit van organisaties. Toch zijn er genoeg voorbeelden van boeren die hier ook nog grond hebben die van belang is voor hun bedrijfsvoering.
Zoals Menno Hoogendoorn uit het Utrechtse Lopikerkapel. Hij heeft zijn bedrijf met zeventig koeien en een fruitboomgaard pal aan de Lekdijk. Met grond aan de binnen- en buitenzijde. ‘Gekocht door mijn opa in 1954 en nu dreigt dat te worden onteigend.’
Hoewel zijn jongvee nog wel het land aan de kant van de stal mag beweiden, vraagt de boer zich af ‘voor hoelang’. ‘Wat gebeurt er in de toekomst. We krijgen geen garanties.’
Elders maaien
Voor zijn buitendijkse gronden is de situatie nog beroerder, benadrukt Hoogendoorn. Het gaat dan om het dijktalud en de voet daaronder. ‘Dat krijg ik niet eens in bruikleen terug. Nu maai ik dat zelf voor hooi en inkuilen. Dat gaat het waterschap straks doen.’
En wat hij dan moet? Dat is zijn grote vraag: ‘Er is nog niets bekend over de schadevergoeding die ik hiervoor krijg en voor hoe lang. Ik zal elders moeten gaan maaien. Misschien wel op grond 3 kilometer verderop. Moet ik het dorp door en alleen de weg uitrijden kost al tijd en geld.’
Ook geldt voor die buitendijkse gronden de kwalitatieve verplichting niet. ‘Je weet dus niet of hier een ander gebruik op komt. Het kan zo maar zijn dat er wandel- of fietspaden komen’, geeft hij aan. Hoogendoorn zou willen dat het waterschap de afspraken die voor binnendijks gelden ook hanteert voor het land richting het water. ‘Het lijkt me niet zo moeilijk, maar uiteindelijk doet het waterschap toch wat het zelf wil.’
Gijs Stigter: ‘Iedereen ziet het belang van een veilige dijk wel in’
De schoonheidsprijs krijgt het proces van Gijs Stigter niet. De start was volgens hem al belabberd door belanghebbenden buiten de deur te houden. Ook gaandeweg handelde het hoogheemraadschap communicatief niet goed. ‘Het duurde een jaar voordat er uitleg is gegeven waarom het de grond in eigendom wil hebben. Eerst werd het afgedaan met het argument dat andere waterschappen dat ook zo doen.’
Wat nu dan wel het echte verhaal is? ‘Het streven is om het water altijd lager te hebben staan dan de kruin, maar bij wind kun je golfjes krijgen die over de weg gaan. Dit wordt overslag genoemd en wordt in de toekomst in bepaalde mate geaccepteerd’, meldt hij.
Dan moet de binnenkant van die dijk wel heel sterk zijn om als waterkering te voldoen. ‘En dan is het niet handig als iemand daar een koppel kippen heeft lopen, dat alles loskrabbelt. Daarom wil HDSR eigenaar zijn.’ Een uitleg die volgens Stigter veel eerder gegeven had moeten worden. ‘Want iedereen ziet het belang van een veilige dijk wel in.’