Agrariërs die meedoen aan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) moeten voor hun subsidieaanvraag (via de RVO) voldoen aan een aantal basisvoorwaarden. Een van die voorwaarden is het aanhouden van een minimaal percentage (4%) niet-productieve grond. Deze voorwaarde is bedoeld om de biodiversiteit in het agrarisch landelijk gebied te verbeteren. Voor 2023 is deze voorwaarde verplicht voor deelname aan de eco-regelingen of het ANLb (Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer). Vanaf 2024 is dit ook verplicht voor de basispremie.
Bij het registreren van het aantal hectares subsidiabele grond kunt u landschapselementen opgeven als niet-productief areaal. Ook waterlopen kunt u onder bepaalde voorwaarden opgeven als landschapselement. Volgens het landelijke beleid is het mogelijk om sloten die in eigendom zijn van het hoogheemraadschap mee te nemen als landschapselement als:
- de sloot in beheer is van de agrariër die het aanliggende agrarische perceel in gebruik heeft;
- het hoogheemraadschap hiervoor toestemming geeft.
Meer informatie over de voorwaarden voor landschapselementen is beschikbaar op de website van de RVO: Landschapselementen 2023 (externe link).
Hoe gaat HHNK hiermee om?
Voor de GLB-opgaven in 2023 staat HHNK toe dat waterlopen die kadastraal eigendom van het waterschap zijn, opgegeven worden als landschapselement wanneer:
- de aanliggende eigenaar volgens de Legger Wateren onderhoudsplichtig is;
- er verder wordt voldaan aan de richtlijnen en voorwaarden van de RVO.
De algemene regels voor onderhoudsplicht volgens onze legger zijn:
- Primaire waterlopen: HHNK is verantwoordelijk voor het onderhoud en de onderhoudsplicht kan niet worden overgedragen;
- Secundaire/tertiare waterlopen: de aanliggende eigenaren zijn onderhoudsplichtig, ieder voor de helft van de sloot;
- Brede schouwsloten: de aanliggende eigenaar is onderhoudsplichtig voor het droge talud + 3 meter uit de kant (nat onderhoud). Het middengedeelte van de waterloop (> 3 meter uit de kant) wordt beheerd door HHNK.
De huidige algemene richtlijn van HHNK voor het onderhoud van waterlopen is dat aan beide zijden van de waterloop maximaal 5% begroeiing mag blijven staan.
Beoordeling waterlopen als landschapselement
U kunt zelf beoordelen of een waterloop kan worden aangemerkt als landschapselement op basis van de eigendomssituatie, de actuele Legger Wateren en de informatie van de RVO. U bent zelf verantwoordelijk voor de correctheid van uw aanvraag richting de RVO. Omdat er van algemeen geldende voorwaarden en vastgesteld beleid wordt uitgegaan wordt dit niet apart bij HHNK geregistreerd.
U kunt onderstaand afwegingskader doorlopen om de inzet van waterlopen als landschapselement te beoordelen.