Per 1 juli 2023 moest elke provincie een Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) bij het Rijk indienen. Daarin staan globale doelen voor natuur, water en klimaat waar ook de agrarische sector in veel gebieden wat van gaat merken. Wat is de stand van zaken en wat is de rol van LTO Noord?
In het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) staan doelen voor natuur, water en klimaat. Het Rijk heeft een transitiefonds (van ruim 24 miljard euro) voor die metamorfose en om ondernemers te helpen in de aanpassingen op hun bedrijf. De provinciale verdeling van dit geld wordt bepaald op basis van het ingediende PPLG.
Op dit moment is nog niet te zeggen hoeveel gebiedsprocessen er in de provincies van regio West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland) worden opgestart. In de meeste provincies moeten de PPLG-plannen komend jaar namelijk verder worden uitgewerkt, waardoor het nog niet duidelijk is wat de exacte opgaven per gebied zijn. Omdat het ook nog niet duidelijk is hoeveel geld elke provincie uit het transitiefonds toebedeeld krijgt, wachten sommige provincie (zoals Flevoland) op financiële zekerheid, voordat er gebiedsprocessen worden opgestart.
LTO Noord heeft de afgelopen tijd actief meegedacht (en soms meegeschreven) aan de PPLG’s. In alle LTO Noord-provincies zijn reacties geschreven naar aanleiding van de concept PPLG’s en in veel provincies zijn LTO Noord-bestuurders en beleidsadviseurs van de werkorganisatie bij de totstandkoming van het PPLG actief betrokken geweest via bijvoorbeeld een regietafel.
De PPLG’s worden de komende maanden door het Rijk, in samenwerking met kennis-/onderzoeksinstituten, beoordeeld. De resultaten worden waarschijnlijk rond oktober/november met de provincies gedeeld. In 2024 worden de PPLG’s definitief vastgesteld. In sommige gebieden lopen al gebiedsprocessen of zullen er gebiedsprocessen opgestart worden.