De provincie Overijssel wil geen grote zonneparken meer op landbouwgrond. Daartoe hebben Provinciale Staten besloten. Dit besluit sluit aan bij de wens die LTO Noord al enige jaren uitspreekt. Wel blijven kleinschalige projecten mogelijk.
Martien Nillesen, bestuurder LTO Noord regio Oost, is blij met besluit: “Primair vinden we dat landbouwgrond een landbouwbestemming moet behouden, voor beweiding of teelten. Daar hebben we ons ook lang en stevig voor ingezet. Tegelijk hebben we gezien dat het opbieden door zonneproject-investeerders mede geleid heeft tot prijsopdrijving van landbouwgrond. Ik snap dat dat voor individuele verkopers interessant is, maar voor jonge nieuwe agrariërs is het steeds lastiger grond te financieren. Dat kan toch niet de bedoeling zijn."
Juist boerenerven bieden met ruimte voor zonnepanelen, maar ook boerderijmolens of mestvergisting, een prima alternatief voor landbouwgrond, vindt Nillesen: "Nieuwe zonneparken kunnen door netcongestie lang niet overal meer worden aangesloten. Daarentegen bieden schuurdaken voor eigen of lokaal gebruik daar met een kleinschalig netwerk een oplossing voor. Eigenlijk zou de overheid SDE-subsidies voor zonneparkvelden moeten verplaatsen naar subsidies voor plaatsing op daken. Dat geeft boeren juist meer kans om daar meer in te investeren.”
Het doel van Overijssel is om in 2030 via zon en wind 3,3 terawattuur aan elektriciteit op te wekken: 60% via windturbines en 40% via zonnepanelen. Voor zonne-energie is dat doel al bijna bereikt; het verbod bedreigt de doelstelling dan ook niet. In het verlengde van het verbod wil het college alleen projecten voor zonneparken laten doorgaan waarbij voor 13 oktober 2023 een positief principebesluit is genomen.