Het aantal grauwe ganzen in Overijssel moet flink terug, van 40.000 nu naar 14.000 op zo kort mogelijke termijn. Daarmee sluit de provincie aan op de oproep van LTO Noord die met de POV en NMV al jaren voor een beter beheer van deze overwinteraar pleiten.
In Overijssel gaat het om ruim 1,5 miljoen aan schade-uitkeringen als gevolg van vraatschade door de grauwe gans. Daarmee is het de grootste faunaschadepost. Ganzenoverlast leidt tot veel schade op grasland voor boeren, maar ook de natuur heeft er onder te lijden.
Gedeputeerde Maurits von Martels werkt mede daarom aan een plan om de grauwe gans beter te beheren. Met ruivangst en het afschieten van koppelvormers gaat de provincie weer een stap verder dan met het preventief insmeren van de eieren met maisolie. Deze maatregelen blijken niet afdoende te werken.
Voor agrariërs is al langer bekend dat ganzen een grote bron van overlast zijn. Nu ervaren de terreinbeherende organisaties Staatsbosbeheer, Landschap Overijssel en Natuurmonumenten dit ook. Zij zien dat de vele vogels ook vraatschade veroorzaken, waar kwetsbare diersoorten leven en kwetsbare gronden hinder van de poep ondervinden. Het is dan ook zaak om snel de afgesproken doelstanden te bereiken.
Regiobestuurder LTO Noord regio Oost Karst Spijkervet is blij met de maatregelen waartoe de provincie nu over wil gaan: “Het aantal grauwe ganzen moet terug naar een acceptabele hoeveelheid. Ze hoeven echt niet allemaal weg. Het moet weer een aantal worden dat de landbouw én de natuur aankunnen.”