De bruggen over het Prinses Margriet kanaal staan op instorten. Dat is de boodschap die Rijkswaterstaat uitstraalt met afsluitingen voor zwaar verkeer en landbouwverkeer.
Actueel is de discussie rond de brug in Uitwellingerga. Behalve fietsers mag er geen verkeer meer over de brug. De consequenties voor boeren en loonwerkers zijn aanzienlijk; landbouwvoertuigen moeten tientallen kilometers omrijden om naar land of klanten te komen aan de andere kant van de brug.
LTO Noord staat in direct contact met Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat is zich bewust van de problemen die boeren en loonwerkers ervaren, maar staat ook machteloos als het gaat om directe oplossingen. Bij de brug bij Skûlenboarch heeft LTO Noord eerder bij Rijkswaterstaat aangedrongen op financiële compensatie van de schade en de overlast die boeren ervaren. Hiervoor hebben overheden de nadeelcompensatie regeling. Het probleem is dat de drempels om toegang tot deze regeling te krijgen dusdanig hoog zijn dat dit voor een boer geen oplossing biedt.
Rijkswaterstaat denkt dat voor de situatie rond Uitwellingerga vanaf augustus 2025 een oplossing mogelijk is. In eerste instantie met een noodbrug over het bestaande brughoofd en later met het gebruik van een tunnelbuis in de A7.
De actuele zorgen die LTO Noord en Cumela hebben over de bruggen over het Prinses Margrietkanaal, beperken zich niet tot de bruggen bij Uitwellingerga en Skûlenboarch. Ook de brug Oudeschouw bij Akkrum en de Spannenburgbrug bij Tjerkgaast zijn in slechte staat. Het risico dat ook deze bruggen ergens in de komende tijd afgesloten worden voor zwaar verkeer is reëel. Het achterstallige onderhoud aan deze bruggen begint zijn tol te eisen.
De situatie kan snel onhoudbaar worden als meer bruggen worden afgesloten voor landbouwverkeer. Bovendien raakt dit niet alleen landbouwverkeer, al het transport dat samenhangt met de landbouw gaat hinder ondervinden. LTO Noord gaat in een brief de provincie oproepen de regie te pakken op de situatie.