De muizen maken holen en gangen en tasten de wortels van de grasmat aan. Hierdoor sterft het gras af. Ze zitten bij voorkeur in veen en kleigrond. In eerdere plagen begon het in het westelijke Friese veenweidegebied en dat is deze keer niet anders. Regiobestuurder Jan Teade Kooistra: “De schade aan vooral grasland kan groot kan zijn. Je ziet dat ervaringsdeskundige boeren nu percelen al weer gaan bevloeien om de muizen te verzuipen. En dat is goed.”
Voor de bestrijding van de muizen is het van belang om er op tijd bij te zijn. Hiervoor is het nodig dat de aanwezigheid van muizen wordt gesignaleerd. Kooistra: “ We raden grondgebruikers aan om nog vaker dan in andere jaren en keer een slag door het land te maken en scherp te letten op sporen van de aanwezigheid van muizen. Daar waar een plaag op het punt van ontwikkelen staat moet je deze op gebiedsniveau aanpakken. Dus niet op een enkel perceel, met als gevolg dat de muizen zich vooral verplaatsen, maar zo mogelijk collectief in een gebied zodat de populatie echt wordt verkleind.”
Samenwerking is dus een must, niet alleen met de buurman boer, maar ook met het Wetterskip. Zeker in gebied waar de waterbeschikbaarheid een punt is, is het handig en verstandig om te overleggen met de rayonbeheerders van Wetterskip Fryslân om zo watervraag en -aanbod in evenwicht te houden.