Brenda Timmerman vertrekt: 'laat je geluid horen'

  • Drenthe
  • Regio Noord

Brenda Timmerman neemt afscheid van het regiobestuur Noord en kijkt terug op een mooie, betekenisvolle tijd. Een interview met Brenda over haar drijfveren, ervaring als bestuurder en haar visie op de toekomst.

Brenda Timmerman was regiobestuurder voor Drenthe bij LTO Noord. Samen met haar man runt zij een akkerbouwbedrijf in Roswinkel. Na 3 jaar neemt zij afscheid van het regiobestuur en gaat zij op zoek naar een nieuwe baan. Een interview met Brenda over haar drijfveren, ervaring als bestuurder en haar visie op de toekomst.

Wat motiveerde jou om 3 jaar geleden bestuurlijk actief te worden in de agrarische sector?

‘3 Jaar geleden hadden wij nieuwbouwplannen voor ons akkerbouwbedrijf. We kwamen toen met overheden in contact waarbij we tegen regelgeving aanliepen. We merkten gewoon dat er bij de ambtenaren weinig praktische landbouwkennis zit en we voelden ons niet altijd begrepen. Dat was voor mij de trigger om daar ook daadwerkelijk iets in te willen veranderen. En bij een lobbyorganisatie zit je dan dicht bij het vuur.’

Kan je iets noemen wat je als regiobestuurder hebt bereikt?

‘Tijdens de droogte in de zomer van 2020 gingen onze gewassen bijna verloren omdat er een beregeningsverbod ingesteld werd door het waterschap. Door goede gesprekken te voeren met het waterschap hebben we ervoor gezorgd dat de kraan open bleef. We hebben uitgelegd dat de gewassen bijna rijp waren en zonder water zou ons gewas en opbrengst verloren gaan. Uiteindelijk wisten we het waterschap met redelijke argumenten te overtuigen en mochten we blijven beregenen. Dat was een heel mooi succes en op deze manier konden we echt iets betekenen voor leden.’

Kan je iets noemen waar je trots op bent?

‘De samenstelling in ons regiobestuur in regio Noord vind ik erg sterk. We hebben met elkaar een gedreven en gemotiveerd team. Zoals we dit in regio Noord georganiseerd hebben, hebben we dat goed voor elkaar. Het is soms best pittig om het boerenbelang te behartigen als je bijvoorbeeld natuur-en milieupartijen tegenover je hebt staan. We weten dan van elkaar dat we altijd een beroep kunnen doen op een collega-regiobestuurder en zo steunen we elkaar. Je ziet dat dit bij de andere regio’s anders gaat. De kracht die wij met elkaar hebben, dat is heel waardevol en daar mogen we met elkaar trots op zijn. ‘

Markt en Maatschappij was een belangrijk thema in jouw portefeuille. Welke ontwikkeling heb je daarin gezien de afgelopen 3 jaar in regio Noord?

‘Toen ik begon als regiobestuurder merkte ik een terughoudendheid om ons verhaal aan de burger te vertellen. We liepen echt achter de fanfare aan. De afgelopen 3 jaar is daar een verandering ingekomen. Ik zie steeds meer animo onder de afdelingen om mee te doen aan een publieksactie en met elkaar de publieksacties groot te maken. Uit ledenonderzoek blijkt ook dat we veel meer aan de burger moeten laten zien wat we doen. We voldoen dus echt aan de behoefte van onze leden. Zeker in deze coronatijd waarin fysiek contact moeilijk was hebben we mooie activiteiten neergezet. En daar kan ik met trots op terugkijken.’

Wat is jouw boodschap voor leden?

‘Ik vond het heel waardevol als ik rechtstreeks werd gebeld door leden met vragen of opmerkingen of frustraties. Dan weet je wat er leeft onder de leden. Zonder geluiden vanuit de afdelingen kunnen we niet functioneren. We hebben veel slapende leden die passief zijn. Het is te gemakkelijk om aan de zijlijn te roepen dat het anders moet. Dus zorg dat je actief blijft en laat je geluid horen aan de bestuurders. Zij kunnen daar wat mee in de belangenbehartiging.’

Hoe kijk je naar de toekomst?

‘We zijn net verhuisd met ons bedrijf en we staan in de startblokken om hiervan een succes te maken. Het boerenerf is prachtig, maar je zit wel in een bubbel. Ik heb altijd buitenhuis gewerkt en dat wil ik blijven doen. Ik ga de arbeidsmarkt verkennen en ik wil graag een functie binnen een snellere, commerciëlere organisatie in de agrarische sector, om ook daar weer te werken aan de toekomst van onze mooie sector.’

Bron:

Nieuwe Oogst