Deze landschapsvisie is een regelrechte bedreiging voor het voortbestaan van de agrarische sector in de Drents-Friese grensstreek in de gemeenten Westerveld, Midden-Drenthe en Oost- en Weststellingwerf.
In de landschapsvisie ligt de focus op natuur en biodiversiteit waarbij de economie in het gebied geen plek krijgt. Er ontbreekt een geborgd en reëel toekomstperspectief voor de landbouw en daarmee dus ook voor de leefbaarheid op het platteland.
Wensdenken vanuit de overheid
LTO Noord-regiobestuurder Arend Steenbergen: “In de concept-Landschapsvisie heeft de landbouw geen volwaardige uitwerking gekregen. Onze input die we aangeleverd hebben is niet verwerkt. Er wordt gesproken over een inspiratiedocument maar wij vrezen dat hieruit ruimtelijke claims op agrarische grond volgen die ernstige gevolgen hebben voor het toekomstperspectief van de landbouw. Er staan termen zoals natuurinclusieve landbouw, klimaatbestendige landbouw, regeneratieve landbouw, agroforestry zonder dat duidelijk is wat dit betekent. Ook worden teelten zoals moerasgewassen genoemd terwijl daar geen verdienmodel voor is. Het stuk is duidelijk gebaseerd op wensdenken vanuit de overheid.”
Inspraakproces onduidelijk
Wat ons vooral opvalt is dat het inspraakproces erg onduidelijk is en we vragen ons af wat de rol van gebiedsprocessen is. Bovendien was de start niet professioneel aangezien het Friese deel van het Drents-Friese Wold in eerste instantie vergeten was. Frank van Ass, bestuurder van LTO Noord-afdeling Weststellingwerf: “Wij zijn onaangenaam verrast over het feit dat er over de toekomst van ons grondgebied en onze landbouwgrond wordt gepraat en gefilosofeerd zonder dat wij hiervan op de hoogte zijn. Wij hebben begrepen dat het een gezamenlijke en gedragen visie moet zijn van, voor en door alle partijen in het gehele gebied. Er wordt nu over de agrarische sector gesproken zonder agrarische ondernemers te betrekken.”
Ongerust
LTO Noord-bestuurder van afdeling Zuid-West Drenthe Maarten Rosink over de landschapsvisie: “In de Drents-Friese grensstreek is circa de helft van de oppervlakte in gebruik als landbouwgrond. Volgens deze visie is er onze gemeente in 2050 nagenoeg geen sprake meer van gangbare landbouw. We zijn hier als agrarisch ondernemers erg ongerust over. In het hele stuk ontbreekt het toekomstperspectief voor de landbouw.”