Vijf vragen en antwoorden over het Provinciaal Programma Landelijk Gebied

  • Regio Noord

Per 1 juli 2023 moest elke provincie een Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) bij het Rijk indienen. Daarin staan globale doelen voor natuur, water en klimaat waar ook de agrarische sector in veel gebieden wat van gaat merken. Wat is de stand van zaken en wat is de rol van LTO Noord?

friesland-48

In het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) staan doelen voor natuur, water en klimaat. Het Rijk heeft een transitiefonds (van ruim 24 miljard euro) voor die metamorfose en om ondernemers te helpen in de aanpassingen op hun bedrijf. De provinciale verdeling van dit geld wordt bepaald op basis van het ingediende PPLG.

  1. Welke gebiedsprocessen gaan spelen?

    Fryslân kent een verdeling in 7 deelgebieden: Waddengebied, Noordelijke kleischil, Noordelijke Wouden, Zuidelijke Wouden, Veenweidegebied, Gaasterland en de Greidhoeke. Onduidelijk is nog hoeveel gebiedsprocessen er per deelgebied komen.

    Groningen is gestart met 7 brede gebiedsprocessen: Westerwolde, Veenkoloniën, Oldambt, Gorecht, Zuidelijk Westerkwartier, Waddenkust & Wierdengebied, en Centraal Woldgebied & Duurswold. Het doel is dat deze gebiedsprocessen leidend zijn in de totstandkoming van het uiteindelijke gebiedsprogramma, dat medio 2024 rond moet zijn.

    Drenthe houdt bij het PPLG vast aan de huidige gebiedsverdeling: Drentsche Aa, Zuidwest Drenthe, De Reest, Noordwest Drenthe, Oude Diep, de Hunze, Bargerveen en Nieuw Drostendiep. Ze zoekt daarbij naar een bredere invulling van de huidige gebiedscommissies die vanuit het kader van Programma Natuur en Platteland eerder ingesteld zijn.

     

  2. Welke rol heeft LTO Noord daarin?

    LTO Noord is op kritische wijze actief betrokken bij de planvorming rondom de gebiedsprogramma’s. In Fryslân en Drenthe zijn er via klankbordsessies en overleggen input en feedback geleverd. In Groningen is er voor een andere weg gekozen en zal LTO Noord de komende tijd, via de recent opgezette gebiedsprocessen, aanhaken in het proces bij de totstandkoming van een gebiedsprogramma.

     

  3. Wat zijn onze standpunten?

    Dit vindt LTO Noord van het Drents Programma Landelijk Gebied

    Dit zijn de 9 standpunten van LTO Noord op het Friese Programma Landelijk gebied

    Dit zijn de 6 standpunten van LTO Noord op de Transitie Landelijk gebied Groningen

     

  4. Wat is het tijdspad?

    De PPLG’s worden de komende maanden door het Rijk, in samenwerking met kennis-/onderzoeksinstituten, beoordeeld. De resultaten worden waarschijnlijk rond oktober/november met de provincies gedeeld. Naar verwachting zullen de PPLG’s begin 2024 verder worden uitgewerkt. In Groningen is concreet aangegeven dat het gebiedsprogramma vanuit de gebiedsprocessen verder aangevuld zal worden. Voor Fryslân en Drenthe wordt eerst gekeken naar bestaande processen en programma’s.

     

  5. Hoe ondersteunen we onze leden daarbij?

Het PPLG omvat met water, natuur en klimaat een breed aandachtsgebied. Daarom hebben we ons programma Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) Stikstof verbreed naar GGA NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied) om de belangenbehartiging met de beleidscollega’s breder af te stemmen. De komende tijd ontwikkelen we gereedschappen ter ondersteuning van (collega-)adviseurs, bestuurders en leden die betrokken zijn bij de transitie van het landelijk gebied.

 

Zie ook:
PPLG’s Overijssel en Gelderland liggen sinds 1 juli bij het Rijk – wat is het vervolg? (ltonoord.nl)
Vijf vragen en antwoorden over het PPLG in regio West (ltonoord.nl)