Maisteelt naar een hoger plan

  • LTO Noord Innovatiefonds
  • Drenthe
  • Gelderland
  • Melkveehouderij
  • Platteland en Omgeving

Naar een maisteelt met minimale grondbewerking, optimale opbrengst en positieve impulsen voor de bodem- en waterkwaliteit, het bodemleven en de biodiversiteit. Dat is in een notendop het project Innovatieve maisteelt.

Het project wordt door het LTO Noord Innovatiefonds ondersteund.

‘Snijmais is in Nederland een belangrijk voedergewas voor melkvee door de gunstige voederwaarde met verminderde stikstofuitstoot en methaanemissie’, stelt Alien van der Hem, lid van de Beoordelingscommissie van het LTO Noord Innovatiefonds. ‘De teelt ervan kent wel risico’s op het gebied van nitraatuitspoeling, bodemkwaliteit en biodiversiteit. Vermindering van de verliezen van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen bij de teelt van mais is in het belang van ons allemaal. Dat wordt gekeken naar het beperken van het gebruik van middelen in de maisteelt is heel sterk aan dit project. Terwijl het economisch perspectief voor de boer blijft. Zo’n aanpak kan rekenen op waardering vanuit de maatschappij.’

Het project Innovatieve maisteelt werkt aan de doorontwikkeling van chemie-vrije maisteelt. Onder regie van het Louis Bolk Instituut en Wageningen Livestock Research worden tot en met 2024 in Drenthe en Gelderland op vijf locaties veldproeven uitgevoerd met verschillende teeltechnieken. Tekst gaat verder onder video.

 

Ontwikkelingen samen pakken

‘We hebben in de afgelopen vier jaar diverse projecten gericht op het verduurzamen van de maisteelt gehad’, vertelt Pieter Struyk, onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut. ‘Projecten met minimale grondbewerking, minder of geen chemie of zonder de inzet van glyfosaat. In dit project Innovatieve maisteelt pakken we alles samen op. Mais realiseert in vergelijking met gras, zeker op zandgrond, hogere opbrengsten en gaat efficiënt om met water. Redenen om de teelt van snijmais juist door te ontwikkelen en te werken aan een betere balans tussen de hoge productie, de effecten op biodiversiteit en de uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Het project werkt hieraan door aanpassingen in de teelt.’

In het project wordt via drie sporen onderzoek gedaan. Zo worden er machines ontwikkeld om mais chemievrij te telen met minimale grondbewerking, zowel voor mais na grasland als in bouwland. Er lopen veldproeven met mais in permanent grasland. En in veldproeven worden teeltmethoden met bouwlandvruchtwisseling en nieuwe permanente ondergewassen getest.

Mais in rotatie van 1 op 4

Het LTO Noord Innovatiefonds nam begin mei een kijkje bij het proefveld in Zuidwolde. ‘Hier telen we mais in een vruchtwisseling met andere voedergewassen, die ook in de melkveehouderij gebruikt kunnen worden’, legt Struyk uit. ‘Namelijk koolzaad, veldbonen en voederbieten. Die liggen in een rotatie van 1 op 4 met mais. Eigenlijk om de continue maisteelt even op te heffen en daar alternatieven voor te ontwikkelen, waarbij de bodem- en waterkwaliteit, het bodemleven en de biodiversiteit een positieve impuls krijgen. Vandaag is hier mais ingezaaid met een nieuw ontwikkelde machine binnen dit project, waarbij we in één werkgang de mais kunnen zaaien, de grond kunnen klaarleggen en dat alles geheel niet-kerend.’

Die nieuwe machine, de ‘universele NKG-zaaicombinatie’ is met financiële steun van de provincies Drenthe en Overijssel in de afgelopen twee jaar ontwikkeld door akkerbouwer Geert Lindenhols en machineontwikkelaar Henk Pol, projectpartners van het eerste uur. ‘Ik was melkveehouder op veengrond’, vertelt Henk. ‘Veengrond heeft geen draagkracht. Op mijn bedrijf was onbedoeld niet-kerende grondbewerking heel belangrijk.’

Optimaal zaaibedje

Geert vult aan: ‘Het grote voordeel van deze machine is de rijafstand op 50 centimeter. Per 50 centimeter bewerk je 8 centimeter en de rest niet. Dus je hebt maar een klein baantje dat je diep los maakt, maar daarmee maak je wel een optimaal zaaibedje. We zaaien er veldbonen, mais, voederbieten en koolzaad mee. Alles op 50 centimeter, met 1 machine. Dat is prachtig. Je hebt je spitmachine of ploeg niet meer nodig. Je grond droogt niet uit. Als je later wilt schoffelen, kan dat óók allemaal op 50 centimeter. Het heeft nogal wat voordelen ten opzichte van wat nu gangbaar is. Zo is de uitspoelingsgevoeligheid minder, je laat je bodemleven intact en je hebt nutriëntenvoordelen.’

Schone maisteelt

‘Schone maisteelt is echt iets voor de toekomst’, stelt Van der Hem, terwijl ze de werkzaamheden in Zuidwolde bekijkt. ‘Of het helemaal chemievrij kan, dat is nog de vraag natuurlijk. Ik denk dat het heel sterk is dat ze hier specifiek kijken naar een combinatie van bodem, gewas en teelt. Hoe kunnen we die factoren optimaliseren zodat je een zo schoon mogelijke maisteelt genereert, met een goede voerderwaarde, behoud van bodemvruchtbaarheid en uiteindelijk ook een goed product voor de melkveehouder.’

Van der Hem is sinds 2017 lid van de Beoordelingscommissie van het LTO Noord Innovatiefonds. Zij werkt als marketingmanager bij ForFarmers en is een van de twee vertegenwoordigers uit het agrarische bedrijfsleven. De commissie kent ook twee afgevaardigden vanuit de onderzoekswereld en bestaat daarnaast uit verschillende bestuurders van LTO Noord.

Juiste partijen aan boord

Die samenwerking en verbinding ziet het LTO Noord Innovatiefonds graag terug in de projectaanvragen. ‘Wil je bijvoorbeeld kennis uitwisselen, dan is het belangrijk om de juiste partijen aan boord te hebben. Alleen als agrariër kom je er niet, alleen als loonwerker of WUR ook niet. Dus het gaat om de samenwerking binnen het consortium van zo’n project’, aldus Van der Hem.

‘Bij aanvragen letten we vanuit het LTO Noord Innovatiefonds op vijf criteria. Zo kijken we of het bijdraagt aan een duurzame bedrijfsvoering, economisch perspectief voor agrariërs biedt, of het project bijdraagt aan maatschappelijke waardering oftewel positief is voor het imago van de agrarische sector en uiteraard is het ook erg belangrijk dat er voldoende agrariërs deelnemen binnen het project. Vaak zien we dat projecten op meerdere van deze criteria scoren, zoals hier ook het geval is. Dit project is voor veel melkveehouders, waarvoor mais in het rantsoen een belangrijk product is, een belangrijk onderzoek.’

Het project Innovatieve maisteelt is een publiek-private samenwerking. Daarbij is het voor onderzoeker Struyk en zijn collega’s gebruikelijk om bij diverse fondsen en overheden een bijdrage aan te vragen. ‘Bijdrages vanuit bedrijfsleven zoals het LTO Noord Innovatiefonds vinden wij heel belangrijk voor een beter draagvlak binnen melkveehoudend Nederland. Om een breed publiek te kunnen aanspreken. Als het Innovatiefonds er geen heil in zag, dan is het óf niet innovatief genoeg óf juist te innovatief voor de melkveehouderij.’

Zelf een idee?

Lever dan jouw aanvraag in voor vrijdag 12 augustus 2022! Kijk hier voor de criteria of jouw idee kans maakt. Heb je vragen? Neem contact op met het LTO Noord Innovatiefonds via innovatiefonds@ltonoord.nl.