Hans van Beuzekom zwaait na vijf jaar portefeuillehouder Fauna per 1 februari af als bestuurder van LTO Noord regio Oost. Hij pakte de pen en schreef onderstaand als afscheidswoorden. Over dieren en mensen.
“Af en toe hou ik zelf ook een jachtgeweer vast in een Betuwse polder. En voor mensen die bekend zijn met jacht, klinkt de term ‘drift’ wellicht bekend in de oren. Een drift noemen we een gedeelte van de jacht waarbij de drijvers enkele percelen aflopen richting de opgestelde jagers of ‘geweren.’ En de laatste drift is die waarop de borrel vaak volgt.
Ik heb deze metafoor gebruikt, omdat ik binnenkort na vijf jaar mijn bestuursfunctie bij LTO Noord ga beëindigen. En natuurlijk, omdat Fauna mijn hoofdportefeuille was. Ik mag al sinds 1997 een jachtgeweer hanteren en daarvoor heb ik natuurlijk de nodige theorie over diersoorten tot mij moeten nemen, alvorens ik jachtexamen mocht doen. Toch kwam kort na mijn aanstelling al rap het besef dat ik nog veel moest leren. Over ontheffingen, vrijstellingen, grofwild, winter én zomerganzen, dassen, wilde zwijnen, gewastaxaties, schade data en last but not least natuurlijk de wolf. Ik kon gelukkig leunen op ervaren beleidsadviseurs en secretarissen van de FBE (Fauna Beheer Eenheid). De uitvoeringsorganisatie die zorgt dat jagers legaal het veld in mogen met een machtiging om bijvoorbeeld ganzen te schieten. De organisatie ook die zich inzet om vastgestelde doelstanden van schadesoorten te bereiken.
De wereld van fauna is boeiend. Boeiend omdat meerdere aspecten er samen komen. Wetgeving, ecologie, data, beleid, wapens en dierlijk gedrag. Dierlijk gedrag is fascinerend. Menselijk gedrag is dat ook. En dat laatste kwam net als alle andere takken binnen belangenbehartiging ook uitgebreid aan bod. Menselijk gedrag van bestuurders, tegenstellingen zijn ook binnen deze wereld aan de orde van de dag. Maar ook menselijk gedrag van uitvoerders, de jagers die op vrijwillige basis met elkaar vele duizenden uren in de polder doorbrengen om het grootste gedeelte van het jaar te beletten dat onze gewassen schade oplopen.
In beide provincies Overijssel en Gelderland die ik als bestuurder van regio Oost onder mijn hoede had, is er een overdaad aan dieren. Edelherten, wilde zwijnen en vooral de grauwe gans zorgen gezamenlijk voor miljoenen euro’s aan landbouwschade. En we weten ook dat veel schade verborgen blijft. Je schade vergoed krijgen door een tegemoetkoming aan te vragen, is nog steeds voor veel agrariërs een handeling die drempels kent. Daarom blijft ook voor mijn opvolger/ster immer de taak om te werken aan het wegnemen van die drempels. En om boeren het besef bij te blijven brengen om schade te melden en hun rechtvaardige vergoeding te claimen. Hoewel die beesten van de gehele maatschappij zijn draait de landbouw er voor op.
Ik heb in mijn bestuursperiode gepoogd de raderen de goede kant op te laten draaien. Ze draaien ook hier langzaam. Temeer omdat beesten geen boodschap hebben aan afspraken of beleidsregels. Ze doen wat de natuur hen in geeft. En in een Nederland dat inzet op steeds meer (natte)natuur gaat ze dat best goed af.
Ik hang mijn ‘geweer’ aan de wilgen. Ben dankbaar voor de periode dat ik vanuit de Betuwe vele malen de A15 afgejakkerd ben richting Arnhem en dan omhoog… Ben onder de indruk van afdelingbestuurders, hun tomeloze inzet in deze taaie periode waarin je het niet snel goed doet. Onder de indruk van mijn collega bestuurders en natuurlijk het regioteam. Ge- en bedreven mensen met een hart dat klopt voor de landbouw. We mogen trots zijn op onze organisatie, ik heb er genoeg van gezien om dat te kunnen zijn.
Zet het werk voort in deze bijzondere tijd van verandering. En hou elkaar stevig vast. En net als die jagers die een paar borrels nemen na de jacht, opeengepakt rond een tafel: koester de saamhorigheid."