Kringlopen sluiten binnen Zuid-Holland

Agrarisch ondernemers in Zuid-Holland zien de meeste potentie in het aanwenden van dierlijke mest van de veehouder naar de akkerbouwer, het produceren van krachtvoer door de akkerbouw en het gebruik van reststromen van de akkerbouw en tuinbouw voor veevoeding. Dat zijn uitkomsten van een onderzoek binnen Vruchtbare Kringloop Zuid-Holland in opdracht van Provincie Zuid-Holland, naar de vraag: Welke samenwerkingsmogelijkheden worden als kansrijk gezien om daarmee de mineralenkringloop op provinciaal niveau te sluiten?

akkerbouwer-6

Een belangrijk onderdeel van kringlooplandbouw is het sluiten van de mineralenkringloop. Efficiënt gebruik van grondstoffen door alle grondgebruikers samen is de kerngedachte achter de term kringlooplandbouw; op deze manier worden minder reststromen achtergelaten. Voor het onderzoek is eerst literatuuronderzoek gedaan en vervolgens is met interviews en enquêtes fieldresearch toegepast. Op basis van het literatuuronderzoek is een lijst met samenwerkingsmogelijkheden opgesteld en vervolgens getoetst bij een selectie van tien agrarisch ondernemers. De mogelijkheden waren:

  • Het aanwenden van dierlijke mest van de veehouder naar de akkerbouwer;
  • Het gebruiken van reststromen uit de akkerbouw en tuinbouw voor bemesting;
  • Het produceren van krachtvoer door de akkerbouw;
  • Het gebruiken van reststromen uit de akkerbouw en tuinbouw voor veevoeding;
  • Het delen van percelen tussen agrarische ondernemers.

De tien agrarisch ondernemers onderschreven dat dit de kansen zijn voor samenwerking tussen agrarisch ondernemers. Vervolgens zijn deze kansen getoetst bij 74 respondenten van de online enquête. De resultaten zijn gebaseerd op alle 84 ondervraagden.

Momenteel werkt 54% van de ondervraagden al samen. Het gaat voornamelijk om een samenwerking met agrarisch ondernemers uit dezelfde sector. De meeste samenwerkingen die werden genoemd door de ondervraagden zijn de uitwisseling van dierlijke mest voor veevoeding, de uitwisseling van stro en dierlijke mest, deelbouw tussen akkerbouwers, machine- en teeltsamenwerkingen en het opfokken van jongvee van de omliggende melkveehouders.

Met het onderzoek wilde de provincie ook inzicht krijgen in de mogelijke kansen en bedreigingen voor de uitwisseling van dierlijke mest en veevoeding tussen veehouders, akkerbouwers en (glas)tuinders. Uit het onderzoek is gebleken dat volgens de ondervraagden het aanwenden van dierlijke mest van de veehouder naar de akkerbouwer en de krachtvoerproductie door de akkerbouwer de meeste potentie hebben. Akkerbouwers geven de verbetering van de bodemkwaliteit en de vermindering van het gebruik van kunstmest als belangrijkste voordeel. De grootste barrière voor het aanwenden van dierlijke mest door de akkerbouw is dat dierlijke mest niet geschikt is voor elke teelt. Bij de krachtvoerproductie door regionale akkerbouwers zien de veehouders als de voordelen voornamelijk de lagere milieu-impact door minder internationale transporten en het feit dat de veehouders het veevoer niet zelf hoeven te produceren en dus met minder grond toekunnen. Er zijn wel wat hobbels te nemen. De krachtvoerproductie door regionale akkerbouwers is nu meestal niet interessant, omdat de kostprijs voor de productie van Nederlands krachtvoer te hoog ligt.

Steeds meer agrarische ondernemers zijn bewust van het belang van het sluiten van de kringloop. Dit komt door de aanscherping in de mestwetgeving, de schaarste van grondstoffen, de hogere kosten van kunstmest en de grotere aandacht voor de belasting van de omgeving. De verstoring van de kringloop komt met name door de import van onder andere veevoeding. Daarnaast is sprake van een mestoverschot als gevolg van de intensieve veehouderij in Nederland. De laatste jaren is sprake van een toenemende interesse naar de opschaling van kringlooplandbouw op bedrijfsniveau naar gebiedsniveau, dit kan door samenwerking tussen ondernemers gerealiseerd worden. Maar ondernemers hebben wel te maken van wet- en regelgeving die de samenwerking tussen agrarische ondernemers reguleert en in de praktijk ingewikkelder maakt, namelijk het mestbeleid, het activiteitenbesluit gewassen telen en kwaliteitssystemen.

Het onderzoek is uitgevoerd door Sancia Vergunst, stagiaire, onder supervisie van Tamar de Jager, projectleider LTO Noord. 

Over het project Vruchtbare Kringloop Zuid-Holland
Vruchtbare Kringloop Zuid-Holland is een experimenteertuin, waarin boeren en tuinders met elkaar kringlooplandbouw realiseren. Bodem, nutriënten en biodiversiteit staan daarin centraal. Wilt u meer weten over het project? 
Klik hier.

Het project wordt mede mogelijk gemaakt door Provincie Zuid-Holland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.