Onderzoeksvraag
Het onderzoek moest antwoord geven op de vraag wat theoretisch het ideale maaimoment van de eerste snede gras zou zijn op basis van beschikbare data en ervaringen van agrarische ondernemers zelf, om per hectare grasland een substantiële meeropbrengst van voederwaarde te behalen. Uiteindelijk zijn er twee momenten bepaald en met elkaar vergeleken: één op basis van satellietgegevens en de ander op basis van ervaringen van de melkveehouders zelf.
Resultaat verschil tussen theorie en praktijk
Op basis van satellietgegevens van 2019 en 2020 van de verschillende percelen werd een theoretische maaidatum bepaald. De melkveehouders bepaalden zelf op basis van de ‘traditionele wijze’ de daadwerkelijke maaidatum. Achteraf bleek dat een aantal percelen in ‘de juiste week’ gemaaid zijn. De datum van maaien ligt gelijk of een aantal dagen na de berekende datum. Wat juist is, is wel afhankelijk van de gekozen strategie. Gaat het om de maximale voederwaarde en hoeveelheid? In dit geval ging het om de hoogste biomassa productie. Er kan ook een andere keuze gemaakt worden, door bijvoorbeeld te gaan maaien met een hogere voedingswaarde per kilogram geoogst product, maar een lager totaal volume van het perceel. Dat betekent vaker maaien en misschien over een jaar een hogere productie. Voor bedrijven waar een ruwvoeroverschot aanwezig is, biedt het de mogelijkheid om hoogwaardiger voer te oogsten en daarmee minder krachtvoer aan te kopen.
Wat is de waarde van de pilot voor de toekomst?
De gegevens uit de pilot zouden verder kunnen worden verwerkt tot pasklare keuzedata voor de ondernemer. Je kunt denken aan een tool die berekent per perceel wat het totaal aandeel gewonnen ruwvoer per perceel kan zijn als wordt gekozen voor een maai, weide of combinatieregime. Daarbij wordt de theoretische maaidatum bepaald en eventueel ook de mate waarin bemesting moet plaatsvinden.
In zwang bij kapitaalintensieve gewassen
Het gebruik van data vanuit drones en satellieten is een techniek die al langer voor kapitaalintensieve gewassen in de akkerbouw en tuinbouw wordt gebruikt. Bijvoorbeeld om specifieker te bemesten, gewassen te beschermen en om ingrepen gedurende de teelt te onderbouwen. Het doel is dat deze werkwijze zorgt voor een reductie van kosten, input en arbeid en een hogere opbrengst. Data kan worden gebruikt om de keuzes van de ondernemer vooraf te ondersteunen, en het werken op gevoel te funderen. Gevoelsmatig werken blijft belangrijk, maar vanwege aanscherping van wet- en regelgeving en lagere saldo per hectare is het verstandig zuinig om te gaan met inzet. Data kan ook gebruikt worden als onderbouwing dat de ondernemer aan regels of keurmerkeisen voldoet.
Gebruik in de melkveehouderij
Deze opkomst van data heeft nog weinig voet aan de grond gekregen in de melkveehouderij. Grasland is een relatief goedkoop gewas, waardoor de inzet van dure technieken niet direct economisch interessant is. Ter illustratie: door het variabel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen neemt de opbrengst van aardappelen met 1,5% en het gebruik van gewasbeschermingsmiddel 5% af. Dat levert een totale meeropbrengst van € 7.000 tot € 8.000 euro op. Een ton droge stof van grasland extra en ingekuild (van 11,5 naar 12,5 ton netto DS-opbrengst) levert grofweg € 60 per ton op. Deze opbrengsten wegen daarmee niet snel op tegen de kosten.
Dan is de vraag wanneer precisielandbouw in de melkveehouderij kansrijk kan zijn. Vele melkveehouders maaien in het voorjaar 'op gevoel', als er 'genoeg aren in zitten', of als 'de buurman het doet' bijvoorbeeld. De voederwaarde van gras loopt naarmate de grassen bloeien op, met de piek de dag voor bloei. Hoe dichter tegen dit moment aan gemaaid wordt, hoe beter de voederwaarde in het te oogsten gewas (mits de winning zorgvuldig gebeurt). Met data van satellieten en drones kan vooraf een inschatting worden gemaakt wanneer dit moment is.
Over het project Vruchtbare Kringloop Zuid-Holland
Vruchtbare Kringloop Zuid-Holland is een experimenteertuin, waarin boeren en tuinders met elkaar kringlooplandbouw realiseren. Wilt u meer weten over het project? Klik hier.
Het project is een initiatief van LTO Noord. LTO Noord ondersteunt boeren en tuinders met innoveren, duurzaam produceren en toekomstgericht ondernemerschap.
Het project wordt mede mogelijk gemaakt door Provincie Zuid-Holland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.