CO2-uitstoot van akkerbouwproducten berekend

Studenten van de HAS Den Bosch hebben voor drie ondernemende agrariërs die samen het “Kringloopbedrijf van de toekomst” vormen, uitgerekend waar voor hen de grootste CO2 winst te boeken valt.

akkerbouwer-96

Uit de berekeningen blijkt dat tarwe en suikerbieten goed scoren; tulpen, spruiten en aardappels daarentegen zorgen voor een relatief hoge CO2 uitstoot. De agrariërs hebben hen deze vraag gesteld, omdat ze de CO2 uitstoot van hun bedrijf zo laag mogelijk willen krijgen.


Als we in dit artikel spreken over CO2 bedoelen we de totale CO2 equivalenten. De berekende broeikasgassen waaruit de totale CO2 equivalenten zijn opgebouwd zijn: koolstof (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O).


CO2-uitstoot per gewas
Voor elke ondernemer is van de belangrijkste gewassen de CO2-uitstoot berekend (zie figuur 1). Hiervoor hebben de studenten gebruikgemaakt van de ‘Cool farm tool’. De uitkomst van de berekeningen is dat tulpenbollen, spruiten en aardappels hoog scoren hoog in CO2-uitstoot. Tarwe en suikerbieten laten juist een lage CO2-uitstoot per hectare zien. Voor melk bleek de CO2-uitstoot 0,58 kg CO2 per kilo FPCM (fat-protein correct milk).


Figuur 1 CO2-uitstoot per product (kg CO2-eq / ha)


De opbouw van de scores verschilt van gewas tot gewas (zie figuur 2). Voor aardappels en tulpen gaat er veel energie zitten in het gebruik van propaan en elektriciteit voor het drogen. Bij spruiten is lachgas de belangrijkste oorzaak voor een hogere score, dit komt vrij bij de mineralisatie van de gewasresten die achterblijven op het land. De uitstoot voor suikerbieten is relatief laag. Dit is te verklaren doordat de bieten niet worden verwerkt of opgeslagen op het landbouwbedrijf.


Figuur 2 Opbouw van de CO2-uitstoot per product (%)

Naast de uitstoot van koolstof, wordt er ook koolstof vastgelegd in de bodem door het gebruik van dierlijke mest, bodembedekkers, niet-kerende grondbewerking en het achterlaten van gewasresten. De vastlegging van koolstof is afgetrokken van de totale uitstoot. Productiegrasland scoort het beste op vastlegging van CO2. Uit het onderzoek blijkt dat de manier waarop het land beheerd wordt belangrijker is voor de vastlegging van CO2, dan de keuze voor het gewas.

Ontwerpen voor een kringloopbedrijf met een lage CO2-footprint
De komende maanden gaan de studenten samen met de agrariërs rekenen aan maatregelen die kunnen bijdragen aan het verlagen van de CO2-footprint op bedrijfsniveau. Gedacht wordt aan strokenteelt, teelt van eigen krachtvoer, vaste rijpaden en co-vergisting. De ondernemers zijn bereid veranderingen door te voeren als dit een lagere CO2-uitstoot oplevert, maar willen wel weten wat deze maatregelen betekenen voor hun kostprijs. Op basis van deze cijfers kunnen zij straks met een goed onderbouwd verhaal naar hun afnemers om een eerlijke prijs voor hun product te vragen.

Over het Kringloopbedrijf van de toekomst
Vier ondernemers van Goeree-Overflakkee willen samenwerken aan producten met een zo laag mogelijke carbon en stikstof footprint. De activiteiten met het ‘Kringloopbedrijf van de toekomst’ maken onderdeel uit van het LTO Noord project Vruchtbare Kringloop Zuid-Holland.

Over het project Vruchtbare Kringloop Zuid-Holland 
Vruchtbare Kringloop Zuid-Holland is een experimenteertuin, waarin boeren en tuinders met elkaar kringlooplandbouw realiseren. Bodem, nutriënten en biodiversiteit staan daarin centraal. Wilt u meer weten over het project? 
Klik hier.

Het project wordt mede mogelijk gemaakt door Provincie Zuid-Holland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.