Dit is onverantwoord, ondernemers zijn alweer geruime tijd bezig met het opstellen van het bouwplan voor komend jaar met daaraan gekoppeld ook hun bemestingsplan. Wat LTO en NAJK betreft is het simpel en wordt in ieder geval de zekerheid geboden dat de voorgenomen 20% korting op de stikstofgebruiksnorm niet wordt doorgevoerd. In de plaats daarvan zouden ondernemers de keuze moeten krijgen uit alternatieve maatregelen die effectiever zijn en beter passen bij het gebied en de ondernemer.
Minister Adema kondigde bij de implementatie van NV-gebieden al aan te onderzoeken of specifieke fosformaatregelen mogelijk zijn, in plaats van een extra 20% verlaging van de stikstofgebruiksnorm. Waar fosfor een probleem zou zijn, is een korting op de stikstofgebruiksnorm volstrekt onterecht, onnodig en niet effectief volgens LTO en NAJK.
Kanttekening
LTO en NAJK vinden dat recente bronnenanalyses gebruikt moeten worden voor NV-gebieden, of beter nog, dat de hele aanwijzing en Nitraatrichtlijn herzien moeten worden. Aangezien dit op korte termijn niet haalbaar is, moet in ieder geval de vergaande maatregel van 20% korting omgezet worden in de betreffende gebieden.
Voordat er gesproken kan worden over alternatieven moet worden benadrukt dat in verschillende gebieden waar fosfor de reden is om deze gebieden aan te wijzen als NV-gebied, de vraag rijst of maatregelen binnen de landbouwsector daadwerkelijk in staat zijn om deze “fosfordruk” te verlagen. De achtergrondbelasting, bijvoorbeeld kweldruk, heeft een grote invloed in veel van deze gebieden en zou als bron beter in beeld moeten worden gebracht. Het voelt voor veel ondernemers in deze gebieden alsof zij gestraft worden voor iets waar ze geen invloed op hebben en waar dus ook geen effectief beleid voor boeren en tuinders voor gemaakt kan worden. Nader onderzoek naar deze achtergrond belasting is nodig om dit goed in beeld te brengen en effectieve maatregelen te kunnen implementeren.
Keuzepakket
Als landbouw een bewezen rol speelt, moet de fosforemissieroute naar oppervlaktewater worden onderzocht. Volgens LVVN is afspoeling van bodemdeeltjes de belangrijkste bron. Sectorpartijen willen een breed pakket aan maatregelen om deze route aan te pakken, waarbij ondernemers vrij zijn om passende maatregelen te kiezen, met voorkeur voor flexibiliteit en uitbreidbaarheid van het pakket.
Het CDM heeft begin 2024 maatregelen geïnventariseerd en een advies uitgebracht. Het CDM onderschrijft dat de effectiviteit van de maatregelen sterk afhankelijk is van de lokale situatie, wat LTO en NAJK sterkt in de oproep om een keuzepakket beschikbaar te stellen voor telers in de aangewezen gebieden.
Slootkantenbeheer
Bovendien is bekend dat een deel van de bodemdeeltjes in het oppervlaktewater belandt als gevolg van erosie aan slootkanten. De oorzaak hiervan kan zowel liggen in het beheer van de slootkanten als door de invloed van invasieve exoten, zoals de rivierkreeft. Naast maatregelen gericht op de landbouwsector, zouden er ook passende maatregelen moeten worden genomen door de andere actoren die (mede) verantwoordelijk zijn voor het beheer van deze slootkanten.