Zojuist publiceerde minister Wiersma haar Tweede Kamerbrief ‘Aanpak Nederland van het slot’. In deze brief schetst de minister de contouren waarlangs het kabinet het stikstofbeleid wil hervormen.
LTO is verheugd over het feit dat de minister aanknopingspunten noemt om een zogenaamde ‘rekenkundige ondergrens’ in het beleid door te kunnen voeren. Vanuit LTO hebben we ons daar hard voor ingezet. Als het kabinet en de Tweede Kamer dit voornemen waarmaken, kan dat een zeer belangrijke stap zijn om vergunningverlening én legalisatie van de PAS-melders van het slot te krijgen.
In de Kamerbrief staan veel elementen waar LTO positief over is. Zo benadrukt de minister dat – om tot geborde stikstofemissie-reductie te komen – een evenwichtige bijdrage van alle economische sectoren vereist is. Om tot een effectiever en beter werkbaar stikstofbeleid te komen, zijn er geen taboes en worden ook onconventionele mogelijkheden onderzocht. De contouren waarlangs de minister en het kabinet het stikstofbeleid willen hervormen, bevatten uitstekende onderdelen: het introduceren van een rekenkundige ondergrens, het herdefiniëren van het projectbegrip en de betekenis van significantie, stikstofdepositie en de manier waarop het verslechteringsverbod getoetst wordt. Terecht benoemt de minister dat er grenzen zitten aan de absoluutheid en bruikbaarheid van modeluitkomsten. Essentieel is dat het kabinet oplossingen vindt om intern salderen weer mogelijk te maken.
Eerder deze middag publiceerde minister Wiersma ook de Kamerbrief ‘Contourenbrief bedrijfsspecifieke emissienormen stikstof en broeikasgassen’. LTO is positief over de richting die de minister kiest om in het beleid een kanteling te maken van middelen- naar doelsturing. Ook de lijnen waarlangs het kabinet tot emissiereductie wil komen, met een combinatie van generieke en gebiedsgerichte maatregelen én doelsturing per bedrijf, bieden een goede basis voor nadere uitwerking.