Monitor Stikstofdepositie bouwt voort op achterhaalde meetlat KDW

  • Stikstof
  • Natuur, Klimaat en Energie

Op 1 oktober stuurde Minister Wiersma de Tweede Kamer de Monitor Stikstofdepositie in Natura2000 2024. Deze monitor laat zien dat de stikstofdepositie in sommige Natura2000 gebieden afneemt en dat langzamerhand meer gebieden onder de kritische depositiewaarde (KDW) komen.

drainage-7

Hier kun je de monitor lezen

Het overgrote deel van de Natura2000 gebieden blijft echter fors boven de KDW liggen. De KWD is een indicatieve waarde waarmee de staat van de natuur beoordeeld wordt. LTO heeft forse kritiek op het gebruik van de KDW als maatstaf van de staat van de natuur. De KDW is een indicatieve, maar geen objectieve waarde.  De afgelopen jaren is de KDW waarde telkens veranderd door nieuwe inzichten. Daardoor kon deze tot wel 200 mol/ha/j veranderen. Wat LTO betreft toont dit aan dat de KDW ongeschikt is als referentiewaarde waar beleid aan getoetst wordt. Daarom pleit LTO er al langere tijd voor om de KDW uit de wet te halen. LTO roept de regering op nu snel werk te maken van het buiten werking stellen van de KDW als meetlat voor de natuur.

KDW

De KDW is vergroeid tot een politiek instrument, dat weinig te maken heeft met het doel waar deze ooit voor ingesteld is. De staat van de natuur kan alleen inzichtelijk gemaakt worden door de goede data te verzamelen. Dit komt ook naar voren in de rapportage voor een alternatief voor de KDW, die stelt dat data over de staat van de instandhouding van de Natura2000 gebieden ontbreekt en dat de monitoring niet op orde is. Het gevolg is dat Nederland jaarlijks aan Brussel over de staat van instandhouding van de Natura 2000 gebieden rapporteert zonder dit te onderbouwen met reële data.

Nederland heeft er zelf voor gekozen om de KDW in de wet op te nemen. Deze verplichting komt niet voort uit de Vogel- en Habitatrichtlijn en leidt wat LTO betreft dus tot verwarrende én onnodige discussies. De minister van LVVN steunt de oproep van LTO om de KDW uit de wet te halen: dat wordt immers nogmaals onderstreept in het hoofdlijnenakkoord. Dat is wat LTO betreft goed nieuws. De Monitorrapportage over de stikstofdepositie geeft echter aan dat zolang de wet onveranderd is, het RIVM de natuur blijft toetsen aan de KDW.

LTO vindt dit zorgwekkend, omdat de huidige wetgeving tot mogelijk onjuiste conclusies leidt. Deze conclusies hebben echter wel vertrekkende gevolgen voor de ontwikkeling van de landbouw, maar ook voor de ontwikkeling van het buitengebied. Daarom roept LTO de minister op om snel werk te maken van de beoogde wetswijziging.

Droge depositie

RIVM geeft in haar rapportage aan dat zij stikstofdepositie meet. Alhoewel dit voor natte depositie het geval is, wordt deze voor droge depositie niet gemeten, maar berekend. Droge depositie betreft wel het grootste aandeel in de  depositie op grond waarvan uitspraken over overschrijding van de KDW worden gemaakt. Droge depositie wordt met een rekenmodel berekend op basis van concentratiemetingen.

LTO heeft in haar voorstel voor ‘KDW uit de wet’ bepleit dat er écht onderzoek naar droge depositie moet worden gedaan en verwijst hierbij ook naar het onderzoek van RIVM naar droge depositie in het duingebied. Dit rapport laat zien dat de huidige stikstofdepositieberekeningen een ruime overschatting kennen. LTO bepleit dat dit onderzoek moet worden voortgezet voor alle natuurgebieden.

Rapport Monitor 2024

In de Monitor 2024 wordt helder uiteengezet hoe het RIVM te werk is gegaan. Onduidelijk echter, is of de herijking van de KDW van 2024 al is meegenomen. Dit lijkt vooralsnog niet het geval te zijn, omdat het rapport gebaseerd is op de inzichten tot en met mei 2023. De gepresenteerde achterstand op de KDW wordt daarmee nog groter dan nu in het rapport gepresenteerd is.

Los van de cruciale vraag of de aanname van de berekende waarde van droge depositie op een correcte wijze is meegenomen in de berekeningen van het RIVM, is onduidelijk wat het RIVM heeft gedaan met de uitkomsten van het onderzoek van UvA. Dit onderzoek toont namelijk aan dat de emissies vanuit landbouwbedrijven niet meer te herleiden zijn na een paar honderd meter.

De stelligheid waarmee gegevens in grafieken en tabellen geplaatst zijn geeft een schijnzekerheid van objectiviteit. Helaas wordt deze schijnzekerheid als objectieve maatstaf gebruikt om de staat van instandhouding van de natuur aan te duiden (KDW). Overschrijding van de KDW is in veel gevallen aanleiding om een heel natuurgebied als ‘slecht’ te kwalificeren (in de zogenaamde natuurdoelanalyses NDA’s), zonder dat gekeken is naar de werkelijke staat van de natuur in het betreffende gebeid. De gevolgen daarvan zijn groot, voor de landbouw, maar ook voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland.

Bron:

LTO Nederland