De zoetwaterbeschikbaarheid in Noord-Nederland en het verziltingsvraagstuk vraagt om nader onderzoek, kennisontwikkeling en praktijkervaringen om de landbouw handelingsperspectief te geven.
Bestuurders en beleidsmakers in de provincies Fryslân en Groningen kwamen bijeen om zich te laten informeren en kennis te maken met de projecten op het boerenerf. Regiobestuurder Jan Teade Kooistra: “Er was een mooie opkomst met veel belangstelling vanuit de Statenleden. Het is goed dat er aandacht is voor het aanpakken van de uitdagingen rondom verzilting. We hebben dan ook opgeroepen om te investeren in langjarige programma’s en niet alleen in projecten op korte termijn.”
In de ochtend lieten de Friese bestuurders zich bijpraten over de vraagstukken en namen ze een kijkje bij de antiverziltingsdrainage van akkerbouwer Pyt Sipma in Engwierum. Sipma heeft te maken met bodemdaling en brakwater. Door een peilgestuurd drainagesysteem wordt zoet water langer in de bodem vast gehouden wat tegendruk geeft aan de zoute kwel. Dit helpt om de grond vruchtbaar te houden en hogere opbrengsten te verkrijgen.
Het middagdeel was in Groningen. Daar wordt een ondergrondse zoetwateropslag gerealiseerd op het bedrijf van akkerbouwer Jaap Slim in Termunten. Regiobestuurder Henk Hulshoff: “ Een zeer innovatief project in het noorden. Gezien de grote opkomst is er zeker behoefte aan oplossingen voor het beschikbaar houden van zoet water voor agrarisch ondernemers.” Het doel van het project is om in natte seizoenen drainagewater op te vangen voor hergebruik tijdens schaarste en daarmee ook tegendruk te creëren tegen de toenemende verzilting. Het drainagewater wordt gezuiverd van gewasbeschermingsmiddelen en deels ook nutriënten waarna het in de ondergrond wordt opgeslagen als zoetwaterbel. Ook kwam de vergunningsverlening bij dit soort projecten aan bod. Er werd besproken hoe waterschappen daar verschillend mee omgaan en wat ervan kan worden geleerd.