‘Weet je wat het mooiste is van dit netwerk?’ Loonwerker Cor Buma uit It Heidenskip: ‘Dat je niet het gevoel hebt alleen te staan in je zoektocht naar duurzaam telen. We zijn een ambitieus clubje bij elkaar en zien kansen in bedreigingen. Ik geniet van onze overleggen waarbij het ene na het andere plan wordt bedacht en we elkaar stimuleren en enthousiasmeren bij de uitvoering.’
Minder bewerking, minder middelen
Cor heeft het over het Praktijknetwerk duurzame snijmaisteelt Veenweide van de provincie Fryslân, gefinancierd vanuit het Friese veenweideprogramma Feangreide Fryslân. Een groep van vier loonwerkers en melkveehouders die onder leiding van LTO Noord en Nordic Maize Breeding werkt aan snijmaisteelt op veen met ondiepe grondbewerking, mechanische onkruidbestrijding en met aandacht voor biodiversiteit. Cor werkt van meet af aan samen met melkveehouder en LTO-afdelingsvoorzitter Súdwest Fryslân Jolmer de Vries. Die is minstens zo ambitieus als hij in het project. Jolmer: ‘In dit project krijgen we de kans ons voor te bereiden op een snijmaisteelt met minder gewasbeschermingsmiddelen en minder grondbewerking. Ik vind het heel goed dat LTO dit heeft opgepakt met provincie Fryslân.’
Jolmer experimenteerde onder andere met de mengteelt mais, stokslabonen en pompoenen. ‘De drie gezusters werden er uiteindelijk twee, maar over de combinatie mais en stokslabonen ben ik nog steeds heel enthousiast. De stokslabonen brengen iets meer eiwit in het snijmaisproduct. En ik vind het ook gewoon leuk om boontjes te plukken, agripleasure.’
De resultaten trekken de aandacht
De onkruidbestrijding in de mengteelt was een lastige, omdat gewasbeschermingsmiddelen inzetten niet mogelijk is: ‘Dan ben je de stokslabonen direct kwijt’. De door loonwerker Cor aangepaste rijenfrees kon wel de onkruidbestrijding voor zijn rekening nemen. Cor: ‘De rijenfrees is aangepast voor de mais. De machine brengt zuurstof in de grond en haalt direct het onkruid weg.’ Mooi vindt Cor dat ook boeren búiten het project meekijken naar de resultaten. ‘Onze acties trekken de aandacht. Ik wil de machine verder ontwikkelen zodat de frees nog beter werkt in de mais.’
De volgende proef voor Cor is het telen van enkel rode klaver als eiwitrijk product. ‘Telen op veen is lastig omdat je het veen niet wilt beroeren. Maar met ondiepe bewerking raak ik de veengrond niet aan. Die ervaring delen is ook belangrijk.’ Jomer focust zich vooral op telen zonder gewasbeschermingsmiddelen. ‘Je krijgt steeds meer ervaring en feeling. Afgelopen teeltseizoen was nat en moeilijk. In de mais (zonder stokslabonen, red.) moest ik wiedeggen en misschien twee keer schoffelen.’
Een eyeopener
De grootste meerwaarde van dit project zit ‘m voor Jolmer in de samenwerking. ‘Onder begeleiding van deskundigen en gestimuleerd door elkaar ben je eerder geneigd iets te proberen. Niet alles lukt, maar daar leer je ook van. Dat snijmais telen zonder herbicide haalbaar is, was echt een eyeoper voor mij. Soms kun je iets wel honderd keer lezen, maar zien doet meer.’ Die samenwerking is na afronding van het project niet voorbij, denkt Cor: ‘We zitten in een whatsappgroep en houden elkaar op de hoogte van onze experimenten. Precies de juiste mensen zijn bij elkaar gekomen door dit project.’
Vier keer rekening houden bij mais telen op veen
- Oxidatie en daardoor CO2-uitstoot voorkomen door grondbewerking. Met ondiepe grondbewerking beroer je het veen niet en wordt het ook niet blootgesteld aan zuurstof. Niet overal in Fryslân ligt het veen even hoog;
- Te weinig zuurstof: Door het hoog waterbergend vermogen van veen kunnen de maiswortels te weinig zuurstof krijgen. Cor bedacht een machine die onkruid bestrijdt en tegelijkertijd zuurstof aan de bodem toevoegt;
- Mechanische onkruidbestrijding heeft de voorkeur: Het is ook lastig omdat de bodemstructuur van veen los en ongelijk kan zijn;
- Biodiversiteit op veengrond is belangrijk; Kies net als Jolmer voor (meng)teelt dat de biodiversiteit stimuleert.
Praktijknetwerk duurzame snijmaisteelt Veenweide
‘Het Praktijknetwerk duurzame snijmaisteelt Veenweide’ is een Veenweideproject van de provincie Fryslân en wordt uitgevoerd door LTO Noord en Nordic Maize Breeding i.s.m. vier loonbedrijven en melkveehouders.