Wie zijn de leden van LTO Noord afdeling Zuidwest Drenthe? In de rubriek ‘Wij van LTO Noord Zuidwest Drenthe’ stellen leden van de afdeling zich voor.
Wat voor bedrijf heb je?
‘Samen met mijn ouders heb ik een biologisch melkveebedrijf in Wapserveen. Op 70 hectare grasland, waarvan 30 hectare huiskavel, weiden we 90 melkkoeien. De plannen zijn dat ik over 7 -8 jaar de boerderij overneem, ik zit nu nog in maatschap met mijn ouders.
‘We willen kijken of we volledig zelfvoorzienend kunnen worden. Nu zijn we voor 85-90 procent zelfvoorzienend, 10 tot 15 procent is aangekocht krachtvoer. Mijn ouders zijn in 1994 omgeschakeld naar biologische bedrijfsvoering. Ik weet niet beter en ben er mee opgegroeid. Wel heb ik stagegelopen op gangbare bedrijven.
‘De inzet is om de koeien zo lang mogelijk te weiden. Dit met hulp van een grasmeter. In het najaar leggen we een voorraad aan zodat we in het voorjaar daarop weer vroeg kunnen weiden. Ik vind dit een prachtige manier van boeren, je zit dichter bij de natuur. Dat past bij mij.
‘Zo’n 70-80 scholieren van het Haags Buitencentrum bezoeken wekelijks het bedrijf. Volgens de begeleiders vinden de kinderen het leuk om een kijkje te nemen op de boerderij. Ze krijgen na afloop een hamburger van onze boerderij en leren zo waar hun eten vandaan komt. Bijkomend voordeel is dat de koeien rustig reageren als er mensen in de stal komen, ze gaan zelfs bij de voerhekken staan.’
Waarom ben je lid van LTO Noord?
‘Mijn ouders zijn al lid, zelf ben ik nog lid bij het NAJK. Via het NAJK ben ik een paar keer in Brussel geweest en heb gezien hoe belangrijk lobby is. Het verbeteren van wet – en regelgeving, daar zorgt LTO voor. Het is belangrijk dat de lobby er is. Een tweede reden om lid te zijn is dat voor ons innovatieplannen een belangrijke rol spelen en LTO zich hiermee bezighoudt.’
Waar is LTO Noord in jouw sector mee bezig?
‘De biologische landbouw is bij LTO via Biohuis vertegenwoordigd. Biohuis zit direct met LNV om tafel om het beleid van de biologische landbouw vorm te geven. Ook zorgen ze ervoor dat bijvoorbeeld melkfabrieken zich meer met bioboeren bezighouden. Ik mis wel een vakgroep biologisch, mijn wens is dat deze vakgroep er komt om zo een grotere rol te hebben binnen LTO. Voor biologisch wetgeving moet ook aandacht zijn. Het zelfvoorzienende karakter van onze bedrijfsvoering past goed in het plaatje van kringlooplandbouw.
‘Fosfaatrechten en stikstof zijn ook onderwerpen die uiteraard spelen. Ik ben benieuwd welke kant het opgaat met stikstof, aangezien we willen uitbreiden. Het is goed om te zien dat de provincie Drenthe actief met het stikstofdossier bezig is.’
Welke inzet verwacht je de komende jaren van LTO Noord?
‘Ik hoop dat het GLB goed werkbaar blijft, vooral in de biologische tak. Daarnaast dat LTO een sterke plek in Den Haag blijft houden en dat we in Drenthe kunnen blijven meepraten. Zorgen maak ik mij wel eens over de ledenbinding. We moeten ervoor zorgen dat we met zijn allen een sterke lobby behouden. Er zijn genoeg overkoepelende belangen om LTO Noord lid te zijn en te blijven.’
Heb je nog tips voor LTO Noord?
‘Blijf leden benaderen en zorg dat LTO Noord tastbaar en zichtbaar blijft. Bijvoorbeeld de stikstofoverleggen met de provincie, daar is LTO voor. Met kennis en goede mensen op de juiste plekken. Dit moet zichtbaar zijn voor leden. Wat gebeurt er voor mij als lid achter de schermen?
‘Doordat ik de achterkant van de lobby heb gezien, denk ik dat je meer voor elkaar kunt krijgen als je daar meer mankracht op zou zetten. LTO mag van mij daar meer op inzetten en investeren, gezien de belangenbehartiging in Brussel.’
Wat zou je doen als je een dag voorzitter van LTO Noord/LTO Nederland was?
‘Ik denk dat ze het fantastisch doen. Ik zou niet direct iets heel anders aanpakken. Wel is het belangrijk om de verbinding te (blijven) houden in innovatieve projecten, en de faciliterende rol van LTO Noord hierin. Er zijn veel interessante projecten waar LTO bij betrokken is, maar niet bij alle projecten. Ik denk dat ze daar een goede rol in kan hebben. Je verbindt mensen, en laat zien waar je mee bezig bent. Het is sterk om als gehele sector onze innovatieve kracht te laten zien.’