De eerste wandeldag van de Nijmeegse Vierdaagse staat in het draaiboek als de Dag van Elst of ook wel de Blauwe Dinsdag door alle blauwe versierselen die verwijzen naar de rivieren Waal en Rijn. Voor LTO Noord-afdeling Oost-Betuwe is het vooral de dag van groente en fruit uitdelen. En hoe: vele kilo’s zijn er doorheen gegaan.
Johan Jurrius somt de hoeveelheden als bestuurslid van afdeling Oost-Betuwe zonder blikken of blozen op. ‘Voor kleine rösti-hapjes van Aviko 150 kilo aardappelen, 14.000 bekertjes Goede Start-yoghurt van FrieslandCampina, 20 kilo appels in twee kratten, 5 kilo snoeptomaatjes, 20 kilo komkommers en 30 kilo worst van vleesverwerker Vion.'
Alsof er een weeshuis moest worden gevoed. ‘En dan denk je misschien: wat moeten die wandelaars op zo’n super warme dag met een warm aardappelhapje? Nou, dat vonden ze heel lekker en smaakte goed’, weet Jurrius.
Met dertig vrijwilligers werden alle zeilen bijgezet om de wandelaarsstroom van wat lekkers te voorzien. De lopers werden daar zo’n 200 meter voor het uitdeelpunt al met een opblaasbare koe, varken en kip op geattendeerd. ‘Er stonden zo’n zes of zeven boeren langs de kant van de weg, vijf die op en neer liepen om aan te vullen en tien die alles klaarmaakten.’
Al snel bleek het niet meer bij te houden. Vierdaagsedeelnemers liepen langs de lege schalen het terrein van voormalig akkerbouwer Twan Houterman in Bemmel op. Animo genoeg om door de etenswaar heen te komen die hier in een centrale koeling lag opgeslagen. Niet alleen voor de eerste wandeldag, de noordelijke lus, maar ook voor de drie dagen erna toen de stoet door het werkgebied van zusterorganisatie ZLTO trok.
‘Die deelde al heel lang eten uit tijdens de Nijmeegse Vierdaagse. Behalve voor de noordelijke lus, die door de Betuwe gaat. Dus bedachten we vier jaar geleden dat wij er een Betuwse twist aan wilden toevoegen door op die dag uit te delen.’
Aanvulling met aardappels en fruit is een logische keuze. ‘De mensen lopen langs aardappelvelden en fruitbedrijven van onze leden en langs melkveehouders die lid zijn’, meldt Jurrius. Aan helpende handjes had hij geen gebrek. Dertig vrijwilligers waren paraat, waar dat er de vorige keer nog 25 waren. ‘Het is zo leuk om te doen. We werden extreem hartelijk ontvangen. Mensen waarderen het om boeren te treffen met een positief verhaal.’
Zelf liep de akkerbouwer en zoogkoeienhouder nog nooit mee met het grootste wandelevenement van Nederland. Daar laten ruim 45.000 wandelaars met meer dan zeventig nationaliteiten de kilometers onder hun voeten door gaan. Of het er ooit van gaat komen, laat hij in het midden. Dat Jurrius tijdens editie 106 weer van de partij is om fruit en andere hapjes uit te delen, weet hij nu al wel zeker. ‘Mijn kinderen ook. Die waren mee en willen volgend jaar weer.’