'Dan kom ik niet in de verleiding om iets op me te nemen.’
Het ideale plaatje is het niet geworden voor Martin Oldenhof (42). Dan was hij immers gestopt met een goed ingewerkte opvolger in zijn kielzog. Die opvolger had hij kunnen kiezen uit een ruim aanbod van leden die niets liever wilden dan in het bestuur van LTO Noord-afdeling Noord Oost Twente plaatsnemen. Maar ja, lieverkoekjes worden niet gebakken. Ook niet in het land van de Tukkers.
‘Dat vind ik wel een gemis. Dat leden niet in de rij staan om in het bestuur van een lokale afdeling te gaan. Als je lokale afdelingsbestuur niet op peil blijft, gaan leden weg en ben je je belangenbehartiging kwijt. Als je wat gedaan wilt krijgen voor boeren, moet je daar ook wat voor over hebben. Je wordt als bestuurder niet grof betaald, maar je doet het omdat je hart hebt voor de sector’, zegt de gedreven voorzitter.
Laatste vrijwillige bestuurslid
Oldenhof kwalificeert zichzelf als ‘het laatste bestuurslid dat zich vrijwillig heeft aangemeld’. Helemaal vreemd is dat niet, want het bestuursbloed stroomt door zijn aderen. Al tijdens zijn opleiding in Dronten deed Oldenhof commissiewerk. Later zette hij zich in voor glasvezel in het buitengebied van Twente. Ook was hij jarenlang betrokken bij de organisatie van carnaval, dat volop leeft in zijn woonplaats Losser. Of tijdens carnaval: ‘t Aöskes dorp.
Aan de keukentafel verblikt of verbloost de Tukker niet bij de opsomming. Zijn ogen verraden een ingehouden opmerking als ‘ja, dus, logisch toch’. Want dat is het ook voor de vrijgezelle melkveehouder die met zestig koeien een prima boterham zegt te kunnen verdienen. ‘En daar kan ook nog lekker beleg op’, lacht hij.
‘Bestuurswerk is een verrijking van je leven. Op de basisschool was ik het meest verlegen jongetje van de klas. Nu sta ik net zo makkelijk voor een zaal te spreken. Ik heb er geen seconde spijt van gehad. Ik heb tig cursussen gevolgd via de LTO Academie. Een voorzitterstraining, snel lezen zodat ik zo door documenten van vierhonderd pagina’s ga en time-management zijn voorbeelden waar ik veel aan heb gehad. En bij de koffie leer je zeker net zo veel als tijdens de cursus zelf’, vindt de ondernemer.
‘O ja, en ik ben zeven keer naar Den Bosch gereden voor de cursus debatteren. Samen met Miranda Nolten in de auto. Onderweg konden we sparren voor de afdeling. We deelden een tijdje samen de functie van voorzitter en secretaris. Tot zij voorzitter van Vrouw & Bedrijf Overijssel werd’, vertelt Oldenhof.
De ondernemer weet ook wel dat bestuurswerk niet alleen energie geeft, maar ook energie kost. Hij is de laatste om dat te ontkennen. ‘Iedereen is altijd druk. Dat snap ik. Bedrijven zijn gegroeid en worden met minder mensen gedraaid. Opvolgers werken doorgaans nog buiten de deur. Er is geen tijd over. Maar ik heb altijd de verantwoordelijkheid genomen om tijd te maken. Mijn record staat op zeven dagdelen in de week op pad voor LTO Noord. Maar ik nam meerdere functies en taken op me bij gebrek aan bestuurders. Even van het erf af zag ik als een uitje. Als je het goed verdeelt, kun je het met drie uurtjes per week goed bijhouden’, zegt Oldenhof.
Het digitaal vergaderen dat sinds de corona-crisis ingeburgerd is geraakt, is volgens hem een uitkomst. ‘Je hebt veel minder reistijd. Uit de stal, schoon overhemd erover. Een smerige werkbroek zien ze toch niet op het scherm’, zegt de melkveehouder lachend. ‘Dat maakt het bestuurswerk ook eenvoudiger.’
Maar hoe maak je die goede taakverdeling als je het bestuur ziet krimpen van vijftien naar negen leden? Na het vertrek van de voorzitter/secretaris blijven nog minder bestuursleden over. Oldenhof weet het niet. ‘Het is te doen, maar dan moet je bepaalde portefeuilles laten zitten. Ik ga er geen nachten van wakker liggen. Laat de boel maar ploffen. Misschien moet er een crisis komen om mensen in beweging te krijgen. We hebben bijna vijfhonderd leden. Dan moet je een bestuur van vijftien kunnen optuigen in Noordoost-Twente.’
Stokje overdragen
Toch steekt Oldenhof niet onder stoelen of banken dat hij het liever anders had gezien. ‘Het is jammer. Ik had echt graag het stokje willen overdragen, leden kunnen inwerken. Dat had gekund. Ik ben al twee, drie jaar bezig om nieuwe bestuursleden aan te trekken. Op de algemene ledenvergadering van 2024 heb ik aangegeven nog een jaar door te gaan, maar dan ook echt te stoppen’, blikt hij terug.
‘In de afgelopen vier jaar tijd is er privé veel veranderd met mijn ouders, iets wat tijd en energie heeft gekost. LTO Noord was mijn ontspanning, maar kost ook energie. Mijn sporttas staat al stof te happen, terwijl ik voor mijn rug eigenlijk drie keer per week naar de sportschool moet. Mijn waslijst met wat bleef liggen werd alsmaar langer. Ik moet mezelf even een pauze geven. Het beste is dan helemaal te stoppen in het bestuur. Anders ga ik toch dingen doen en naar me toe trekken, omdat ik het toch wel weet’, zegt de ondernemer.
De melkveehouder is trots op de goede banden die zijn afdelingsbestuur heeft met de gemeenten in Noordoost-Twente. ‘Door onze inzet zien zij wat boeren doen op het gebied van recreatie en natuur en dat de agrarische sector nodig blijft voor de toekomst. Dat is belangrijk’, benadrukt Oldenhof. ‘Want als boer is het van belang dat de ruimtelijke ordening op orde is. Anders kun je ook niet ondernemen om geld te verdienen.’
Oldenhof kan alleen maar wensen dat de achterblijvende bestuursleden deze contacten warm houden. ‘Met de stille hoop dat een paar stoppers, Lbv’ers of herintreders tijd maken en in het bestuur willen. Herintreden is immers helemaal hot.’
Embrace: een vloek of een zegen?
Als Embrace, de intranetomgeving van LTO Noord, een ambassadeur nodig zou hebben, dan is Martin Oldenhof de aangewezen kandidaat. ‘Embrace is ideaal. Het kan de helft van het werk van een secretaris uit handen nemen. Maar dan moet LTO Noord wel gaan stoppen met al dat mailen.’
Waar Oldenhof Embrace een zegen noemt, kent hij vooral bestuursleden die het een vloek vinden. ‘Te lastig en te onhandig, zeggen ze. Ik heb er twee keer anderhalf uur voor gezeten en ik snap het. Ik zet alle documenten erop. Stel dat ik een zwaar ongeluk krijg, dan zijn de documenten er nog wel. Het bespaart ook tijd. Als ik alles doormail, ben ik tien minuten bezig. Op Embrace staat het binnen twee minuten en iedereen krijgt een melding.’
Bron:
Tekst: Sacha Wunderink, Nieuwe Oogst | Foto: Léonie Vaarhorst