Vijf LTO-afdelingen slaan handen ineen: fusie in Groene Hart

  • Groene Hart

Vijf LTO Noord-afdelingen in het Groene Hart zijn begin dit jaar samengegaan. Het is wat betreft oppervlakte een van de grootste bestuurlijke fusies van de belangenorganisatie op afdelingsniveau in de geschiedenis. Bestuurders Kees Captein, Arie Voorbij en Leon Koot belichten dat proces, maar kijken vooral vooruit.

Fotobijschrift: Leon Koot, Kees Captein en Arie Voorbij: ‘We geloven in het nieuwe elan van deze samengestelde organisatie.’

Melkveehouder en rietdekker Leon Koot uit De Meije en melkveehouder Arie Voorbij uit Leimuiden hebben hun auto’s geparkeerd op het erf van Kees Captein in Zoeterwoude, melkveehouder en de nieuwe voorzitter van LTO Noord-afdeling Groene Hart. Eerstgenoemden hebben beiden ongeveer een half uur moeten rijden voor het interview. ‘Dat is iets waar we allemaal nog een beetje aan moeten wennen’, geeft Voorbij toe. ‘Het is niet meer zoals vroeger, dat we veel op de fiets konden redden.’

Koot knikt: ‘Het aantal agrarisch ondernemers neemt af. De bedrijven zijn groter en alles ligt verder uit elkaar. Om bestuurlijk adequaat te blijven functioneren, gaat deze krachtenbundeling de sector zeker helpen.’

Bij de fusie gingen de LTO Noord-afdelingen Aar en Amstel, Alphen-Nieuwkoop, Bodegraven, Kaag en Braassem en Rijn- en Vlietlanden niet over één nacht ijs. Er ging maar liefst twee jaar aan voorbereiding aan vooraf. Volgens Captein heeft dat te maken met de verschillende uitgangssituaties. ‘Sommige afdelingen zagen in eerste instantie iets minder de noodzaak, omdat hun ledental en bestuurlijke bezetting best aardig waren. Gaandeweg de gesprekken groeide bij iedereen toch het gevoel dat we samen meer voor elkaar kunnen krijgen.’

Oor te luister leggen

Om te leren van eerdere fusies, legden enkele bestuurders hun oor te luister bij de LTO Noord-afdelingen Hollands Kroon en Gelderse Vallei. Captein: ‘De eerste is vooral groot wat betreft oppervlakte, maar heeft het voordeel dat ze te maken heeft met slechts één gemeente en één waterschap. Op zich verandert er dan niet zoveel voor zo’n afdeling.’

Koot lacht: ‘Dat is hier wel anders. Onze situatie is meer vergelijkbaar met die in Gelderland. Wij zitten aan tafel bij maar liefst negen gemeenten en drie waterschappen. Dat vergt een iets andere interne organisatie. Maar ik denk dat we daarvoor een goede vorm hebben gevonden door te gaan werken met gemeentelijke commissies die lokaal zijn georiënteerd. Dat zijn onze antennes in het veld.’

Voorbij is voor de fusie speciaal benaderd. Hij noemt zichzelf een herintreder. ‘Ik ben er zo’n tien jaar tussenuit geweest bij LTO Noord, maar altijd bestuurlijk actief gebleven, onder andere bij Campina en de agrarische natuurvereniging. Op zich geloof ik in het nieuwe elan van deze samengestelde organisatie. Die energie is duidelijk merkbaar tijdens de eerste vergaderingen en ledenbijeenkomsten.’

Alle drie de bestuurders waren voor de fusie al betrokken bij de gebiedsprocessen met provincie Zuid-Holland. Captein: ‘Dat is voor iedereen toch een lastig dossier. Het is allemaal nog zo vaag en onzeker. Sommige collega’s staan er ook negatief in, omdat ze de overheid onbetrouwbaar vinden. Daar worden we op aangesproken. Toch denk ik dat we aan tafel moeten blijven zitten om op de hoogte te blijven van hoe dit proces zich ontwikkelt. Om onze inbreng te blijven leveren. In de nieuwe bestuurlijke organisatie kunnen we dat beter afstemmen en dubbel werk voorkomen.’

Koot merkt ook veel scepsis bij hem in de buurt. ‘Er liggen allerlei plannen met soms verstrekkende gevolgen voor individuele ondernemers. Het is niet eenvoudig om daar een goede koers in te varen voor alle leden. Door samen op te trekken, kunnen we beter monitoren wat er speelt en daar een strategie op bepalen richting diegenen die uiteindelijk bepalen.’ Voorbij vult aan: ‘Samen laten we nu een sterker geluid horen richting de provincie, ook vanwege de grote achterban met ruim driehonderd bedrijfsleden.’

Het werkgebied in het Groene Hart bevat voornamelijk veehouders. Captein: ‘Zo is de samenvoeging van deze afdelingen ook best een logische. Aan de andere kant zijn we ons ervan bewust dat we ook belangen van akkerbouwers, glastuinders en vollegrondsgroente-telers behartigen. Dat betekent dat we ook vanuit die sectoren vertegenwoordigers in de commissies hebben.’

Captein moet bekennen dat dit nog een be-hoorlijke inspanning vergde. Diverse vacatu-res stonden langer open, ook die voor het voorzitterschap. ‘Ik had intern al te kennen gegeven dat ik beschikbaar was, mochten zich geen andere kandidaten aandienen. Zoiets moet je natuurlijk nooit hardop roepen, want dan houdt iedereen wijselijk zijn mond. Hoewel ik zelf in het prille begin ook wat afhoudend was, zag ik steeds meer de meerwaarde in van de fusie.’

Veel van de nieuwe bestuurs- en commissieleden zijn persoonlijk benaderd. Koot: ‘Met elkaar hebben we best een aardig netwerk en weten we wie we er graag bij zouden betrekken. De kunst is om het bestuurswerk behapbaar te houden. Zo’n grotere afdeling kan wat afschrikken.’ Voorbij merkt dat ook: ‘Iedereen moet daar zelf zijn afweging in maken. Er gaat voor mij persoonlijk zeker meer tijd in zitten dan oorspronkelijk gedacht, maar het geeft mij veel energie.’

Grote druk op ruimte

De laatste weken had Captein bijna geen doordeweekse avond dat er niet iets voor LTO Noord in zijn agenda stond. ‘Er speelt veel. De druk op de ruimte is groot. Zoals de dreigende onteigening voor het Natuurnetwerk Nederland, de ontwikkeling van duurzame energie op landbouwgrond en de Kaderrichtlijn Water. De voorbije maanden hadden we veel overleg met de achterban. De fusie is een bestuurlijk besluit, maar het is wel fijn als de leden zich erin kunnen vinden.’

De eerste bijeenkomsten zijn goed bezocht, vindt het drietal. ‘Al kan het altijd beter’, zegt Koot. ‘Aansprekende onderwerpen zijn belangrijk, daar gericht mensen bij uitnodigen en de juiste sprekers bij vinden.’

Voorbij: ‘Voor wat betreft vergaderingen en bijeenkomsten gaan we nu een iets rustigere periode in. Na de officiële oprichtingsvergadering voor de fusie, waarbij we de strategie voor de komende periode uit de doeken doen, kunnen we volle kracht vooruit.’

De oprichtingsvergadering is op 23 april in Pleyn 68 in Hazerswoude-Rijndijk. Gastspreker is LTO Noord-voorzitter Dirk Bruins.

Klimaatspecialist meldt zich spontaan aan bij nieuw bestuur

De kersverse LTO Noord-afdeling Groene Hart heeft ook een beleidsmedewerker van de belangenorganisatie in de bestuurlijke gelederen. Afdelingsvoorzitter Kees Captein legt uit hoe dat is gekomen: ‘Er spelen hier in de regio best veel ontwikkelingen rondom duurzame energie. Zo spraken we Erwin Haveman, themaspecialist klimaat en energie van LTO Nederland, al best vaak. Hij woont ook in het gebied, was bezig met enkele actuele dossiers in deze streek en was al enthousiast over onze aanpak. Zo is hij steeds meer bij onze afdeling betrokken geraakt.’

Sinds de fusie tot de nieuwe afdeling op 1 januari 2024 is Haveman een vaste kracht in het bestuur, vervolgt collega-bestuurder Arie Voorbij. ‘Edwin legt de lat hoog. Met zijn energieke aanpak fungeert hij als ons bestuurlijke vliegwiel. Hij zet dingen in gang en pakt door. Omgekeerd horen we ook dat hij zelf in zijn werk voor LTO Nederland baat heeft bij zijn nieuwe ervaringen in een lokaal afdelingsbestuur. Zo leren we van elkaar.’

Bron:

Tekst en foto: Bert Hartman, Nieuwe Oogst