Zonnecentrales op landbouwgrond
LTO afdeling Gelderse Vallei is een proactieve belangenbehartiger voor ruim 800 agrarische ondernemers uit de Gelderse Vallei. Het is van belang om een juiste afweging te maken inzake de grotere zonnevelden.
Er ligt een grote uitdaging voor ons allen om de CO2 uitstoot terug te dringen. Dit hebben wij ook benoemd in onze brief die wij u allen toegestuurd hebben en ook in veel regionale kranten heeft het gestaan met als titel: Cowboys in het buitengebied.
Maar wij maken ons zorgen dat nu niet de juiste weg wordt gevolgd. Allereerst vinden wij de term zonnevelden, zonneweides of zonneparken ongepast. Je zou moeten spreken van zonnecentrales. Het is immers een industriële bezigheid.
We verzetten ons tegen grote zonnecentrales. Grote zonnecentrales op waardevolle landbouwgrond zijn voor ons volstrekt onacceptabel.
Waarom geen zonnecentrales op landbouwgrond?
Overheden hebben het gevoel dat ze haast moeten maken, gedreven door de klimaatdoelen van Parijs. Deze korte-termijn focus op Parijs vertroebelt het zicht op belangrijke negatieve gevolgen op de langere termijn. Hieronder delen wij onze belangrijkste argumenten tegen zonnecentrales op landbouwgrond met u.
Lange termijn effecten op landschap en bodem
Zonnepanelen hebben een economische levensduur van zo'n 25 jaar. Volgens het Louis Bolk instituut duurt het nog eens zo'n 25 jaar voordat bodemkwaliteit en bodemleven weer hersteld zijn. Ons landschap is bepalend voor ons welzijn en onze regionale identiteit. Dit heeft juist een kwaliteitsimpuls nodig, in plaats van grote oppervlaktes zonnepanelen aan te leggen. 'Niets is namelijk zo permanent als een tijdelijke bestemming', zegt ook Berno Strootman, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving: 'We moeten nu eerst echt andere stappen zetten, in plaats van nu al na te denken over zonnecentrales op waardevolle landbouwgrond. Zonnepanelen in de wei is het makkelijkste maar ook het laatste wat we moeten doen'.
Regiodeal
Het verbeteren van de bodemkwaliteit en de biodiversiteit wordt met nadruk benoemd in de Regiodeal van Foodvalley.
Het belang en de urgentie van het duurzaam kunnen voeden van een groeiende wereldpopulatie. De FAO heeft berekend dat er 70% meer eiwitten nodig zijn in 2050. Maar we hebben niet meer grond. ‘Lineaire ketens moeten een circulair voedselsysteem worden’ vind Martin Scholten, directeur Animal Sciences Group van Wageningen UR. In essentie moeten de kringlopen binnen de grenzen van de capaciteit van de aarde worden hersteld en de waarde die wordt toegekend aan onder meer grondstoffen (biomassa), bodem en omgeving (landschap) moet worden herzien. Dit betekent dat er op een nieuwe, geïntegreerde wijze naar het voedselsysteem moet worden gekeken. Vanuit dit perspectief is binnen de regiodeal een programma gebouwd. Belangrijke pijlers zijn verbeteren circulariteit, beperken emissies en verbeteren van bodemkwaliteit. De gemeenten in de Foodvalley onderschrijven de doelstellingen van de Regiodeal. Hoe kunnen gemeenten dan zonnecentrales toestaan op landbouwgrond? Dit ondermijnt het eigen beleid volledig.
Belang duurzame voedselproductie
Een duurzame voedselvoorziening voor een alsmaar stijgende wereldbevolking wordt een immense uitdaging. Niet alleen vanwege de uitputting van grondstoffen, maar ook omdat we voor ons voedsel geen alternatief hebben. We zijn aangewezen op onze bodem en zee! Ook prof. dr. Imke de Boer, hoogleraar Dierlijke Productiesystemen van Wageningen UR, benadrukt dit. Voor energie opwekking zijn alternatieven voor handen, voor ons voedsel niet! Zeker in onze regio hebben we onze landbouwgrond hard nodig voor de transitie naar een duurzamere, meer circulaire voedselproductie.
Klimaatafspraken Landbouw
De land- en tuinbouwsector spant zich al 25 jaar in om uitstoot te verminderen. Met succes: de glastuinbouw stoot 1,2 Mton minder kooldioxide uit, terwijl er 40% meer wordt geproduceerd. In de melkveehouderij is sinds 1990 een reductie van 2,1 Mton behaald. De uitstoot van lachgas is met 40% teruggedrongen, oftewel 5,6 Mton. De totale broeikasgasemissie is met 19% gedaald. De doelstellingen van het Agroconvenant, een samenwerkingsprogramma voor ondernemers en overheid, zijn daarmee ruimschoots behaald.
Klimaatakkoord
De landbouw is bereid zich hard te maken voor een CO2 reductie van 1,8 Mton tot 3,5 Mton CO2. Eén van deze voorwaarden is kringlopen, bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit te verbeteren. Het kan niet zo zijn dat we deze ambitie niet waar kunnen maken omdat we via de achterkant tientallen tot honderden hectares kwijtraken door vestiging van zonnecentrales op landbouwgrond. Overigens: de landbouw is de enige sector in Nederland die de klimaatdoelstelling voor 2020 ruimschoots haalt en is al betrokken bij bijna de helft van alle duurzaam opgewekte energie.
Bron: WECR
Grondprijzen
De claims op geschikte locaties voor zonnecentrales jagen de grondprijzen verder omhoog. Dat maakt het bijvoorbeeld voor jonge boeren moeilijker om het ouderlijk bedrijf over te nemen. Die zijn dan de dupe. Het probleem van vrijkomende agrarische bebouwing zal hierdoor alleen maar toenemen. We zouden jonge boeren juist moeten stimuleren hun belangrijke rol van voedselproducent op een duurzame manier uit te gaan voeren.
Infrastructuur beperkend
Zoals u in het nieuws hebt kunnen lezen, is er in veel delen van Nederland het elektriciteitsnet nu al overvol. Dit komt onder andere door de grote toename aan zonnecentrales. En er kunnen in een aantal gebieden nu al geen projecten meer bij. Dan kom ik weer op het punt van de zonne-ladder gebruiken. Er gaan de komende tijd nog veel dakprojecten gerealiseerd worden. Het is voor het net veel beter om, verspreid in de gemeente, kleinere projecten te doen. In plaats van een aantal grote zonnecentrales te realiseren waardoor er een enorme overbelasting komt op het net en er voor al die kleinere projecten geen ruimte meer is.
Opslag in batterijen nog nauwelijks rendabel
Opslag van zonne-energie is nu nog nauwelijks rendabel. Zonnepanelen leveren in de winter veel minder energie dan in de zomer. In de zomer zijn er veel meer uren zon en straalt deze intensiever. Het elektriciteitsnet moet op deze piekvraag zijn uitgelegd. Hoe meer zonne-energie, hoe meer gascentrales stand-by moeten staan.
Veel van onze agrariërs produceren energie neutraal voedsel. Maar in de winter wordt er door de panelen te weinig opgewekt, dan ontvangen zij energie vanuit het net. En in de zomer is er een piek van zonne-energie. Wat er dan teveel is wordt terug geleverd aan het energie net.
U kunt zich voorstellen dat zonnecentrales ook deze enorme piek in de zomer hebben, waar nu nog geen opslag voor mogelijk is. Deze piek zal ook weg moeten worden gewerkt door het elektriciteitsnet. In Duitsland worden zonnepanelen afgetopt op een maximale levering van 80 %, omdat het net, de energie anders niet kan verwerken bij veel zon. Geven we daar onze landbouwgrond voor op?
Hoe moet het dan wel?
Besparing
Er is nog heel veel te halen op besparing. In veel gemeenten is er veel aandacht voor voedsel-verspilling. Ook het onderwerp 'energiebesparing' zou veel hoger op de agenda moeten staan. Alle energie die niet gebruikt wordt, hoeft ook niet opgewekt. En wij denken dat daar nog een grote winst te behalen is. Niet alleen bij bedrijven maar ook bij particulieren.
De zonneladder volgen
Eerst de daken vol, ruimtes welke niet in gebruik zijn, bv taluds, bermen e.d., kijk ook naar dubbelgebruik, in bijvoorbeeld uitlopen van kippen. Bovendien: geduld is een schone zaak. Het kan niet anders dan dat er in de komende jaren mooie innovaties komen, waardoor we nu niet waardevolle landbouwgrond hoeven op te offeren. Dat is ook wat Urgenda (Marjan Minnesma) in het rapport “Nederland 100% procent duurzaam in 2030” becijfert: veel zon en wind maar dichtbij de afnemer van de energievraag. De juiste mix van duurzame opwekking. Door het combineren van zonnepanelen en wind (op zee)worden maatschappelijke kosten van het uitbreiden van het stroomnet gereduceerd.
Regionale en Europese coördinatie
Er liggen al ontzettend veel plannen voor zonnepanelen op daken op de plank! Ook bij veel boeren. Hierbij zou de gemeente of liever nog de Foodvalley een coördinerende en faciliterende rol moeten vervullen. Zo kan dit proces versneld worden. De netwerkcapaciteit is namelijk al op veel plekken beperkend, waardoor lange wachttijden ontstaan voor nieuwe projecten. We moeten gebruik maken van de positieve energie die er is onder burgers om nieuwe initiatieven te ontwikkelen en deze verder helpen, in plaats van projecten op te starten die alleen maar weerstand oproepen.
Een mooi voorbeeld is de gemeente Horst aan de Maas, die een stimuleringsregeling krijgt voor zonnepanelen op bedrijfsdaken. De gemeente informeert, ontzorgt en ondersteunt bedrijven die willen investeren in zonnepanelen. Of dichterbij huis: https://www.o-gen.nl/portfolio-item/energieneutraal-de-glind/
Ook Europees gezien zou de productie van duurzame energie meer gecoördineerd moeten worden. Produceer vooral daar, waar dit het goedkoopste kan. Zo doen we dat ook met auto's, met kleding en met voedsel. Waarom zou iedere gemeente zelfvoorzienend moeten worden in energie? Willen we weer terug naar de Middeleeuwen? De rest van de wereld begrijpt niet dat uitgerekend een land met zo’n hoge landbouwproductiviteit zijn landbouwgrond opoffert aan zonnecentrales.
Windmolens
LTO afdeling Gelderse Vallei is bereid mee denken bij de plaatsing van windmolens. Mits er lokaal draagvlak is, dan is dit voor ons een goede manier om duurzaam energie op te wekken. Door lokale burgers en ondernemers de mogelijkheid te bieden financieel te participeren, kan het draagvlak voor windmolens wellicht vergroot worden.
Grote windmolens met een ashoogte van meer dan 100 meter zijn vanuit oogpunt van opbrengst en kostenefficiëntie het meest interessant. Op locaties waar grote windmolens geen optie zijn en waar windcondities goed zijn, zouden ondernemers ook kleine windmolens met een ashoogte van maximaal 20 meter kunnen plaatsen.
Door een combinatie van zon en wind realiseert een bedrijf een stabielere energieproductie. Hierdoor kunnen bedrijven tot zo’n 60 procent van de energie die ze opwekken meteen zelf verbruiken. Met alleen zon blijft dit percentage rond de 30 procent steken. Met een combinatie van wind en zon kan er op een bestaande aansluiting dus meer elektriciteit geproduceerd worden. Een groot voordeel is dus dat het netwerk minimaal belast wordt. Slechts in 3 procent van de tijd geeft een combinatie van zon en wind meer elektriciteit dan nodig is voor eigen gebruik.
Conclusie
Gemeentes binnen Foodvalley kunnen een belangrijke rol spelen bij het coördineren en faciliteren van initiatieven voor duurzame energie. Dit levert op korte termijn meer energie, meer draagvlak en meer burgerparticipatie op dan grote zonnecentrales. Bovendien spaart dit landbouwgrond en landschap. Investeer in slimme innovaties en laten we hier in de Foodvalley doen waar we goed in zijn.
Laten we doen op onze waardevolle en vruchtbare landbouwgrond waar het voor bedoeld is: VOEDSEL PRODUCEREN.
Aan de slag met de Regiodeal!