Naam: Jacques Burger (55)
Bedrijf: Bloembollenkwekerij
In: ‘t Zand (NH)
Lid: ‘Mijn vader was al lid’
Wat voor bedrijf heeft u?
‘Ik heb samen met mijn broer en neef (de eerste van de volgende generatie) een bloembollenkwekerij in ‘t Zand, in de kop van Noord-Holland. We zitten hier al 110 jaar. Op 160 hectare grond telen we verschillende soorten tulpenbollen, lelies, narcissen, krokussen, freesia’s en hyacinten. De bollen worden via exporteurs over de hele wereld verkocht of gaan naar broeierijen. We hebben twee personeelsleden fulltime in dienst en werken daarnaast met seizoenmedewerkers.’
Wat zijn de toekomstplannen voor het bedrijf?
‘Mijn broer en ik hebben samen vier opvolgers; mijn broer heeft twee jongens die verder willen met het bedrijf en ik ook. We zijn in de loop der jaren qua bedrijfsomvang zo gegroeid dat bedrijfsovername door onze vier zonen ook mogelijk is. Daar focussen we nu op.’
‘Verder willen we ons de komende jaren richten op specialisatie en de technische uitdagingen waar we in onze sector mee te maken krijgen. Door strengere wet- en regelgeving wordt het ingewikkelder om ons werk goed te doen. Zo moeten we met minder chemie aan de gang, en dus moeten we onze gronden nog beter op orde hebben.’
Waarom bent u lid van LTO Noord?
‘Ik vind het belangrijk dat wij een goede spreekbuis hebben richting de overheid. Samen sta je sterker. Daar ben ik van overtuigd. Het is goed dat LTO daar als belangenvereniging het voortouw in neemt.’
‘De kennis van de overheid laat te wensen over. Dat vind ik echt. De maatregelen die de overheid neemt, zijn theoretisch bedacht. Ze missen praktische haalbaarheid. Kijk naar het stikstofdossier of de nitraatrichtlijn. De overheid hanteert normen die onhaalbaar zijn. Dan mis je kennis, anders doe je dat niet. Daarom hebben we als sector een sterke instantie nodig die voor ons opkomt.’
Welke inzet verwacht u de komende jaren van LTO Noord?
‘Ik vind dat LTO Noord meer met de vuist op tafel moet slaan, vooruit moet lopen en de lobby richting de politiek en overheid moet versterken. We lopen achter op de milieuclubs. Die zijn sterk georganiseerd. En daar komen alle beperkende eisen vandaan. We hebben meer mensen met kennis nodig, die dit ook kunnen overdragen. En we moeten als sector meer naar buiten treden met alles wat we al doen. Waar zijn we mee bezig, waarom doen we dat en hoe doen we dat? De maatschappij moet ons meer gaan begrijpen.’
Welke thema’s vindt u belangrijk?
‘Water en gewasbeschermingsmiddelen. Dat raakt ons. Maar zonder chemie is er voor de agrarische sector geen bestaansrecht. We hebben het nodig om te kunnen produceren en om in te grijpen als dat nodig is.’
Wat zou u doen als u een dag voorzitter van LTO Noord was?
‘Ik zou een aantal ngo’s willen uitnodigen en vragen waarom ze zo polariserend bezig zijn. Want dat gebeurt nog steeds. De sector wordt weggestreept in de media. Ze weten niet wat ze aanrichten en agrarisch ondernemers aandoen. Dat is schrijnend. We moeten wel plezier in ons vak houden.’
Bron:
Tekst: Sandra Kuiper, Nieuwe Oogst | Foto: John Oud