De twee werkbezoeken van maandag laten zien wat voor mooie stappen er al gezet zijn op het gebied van dierenwelzijn, aldus minister Wiersma. “De boodschap vanuit de sectorpartijen was helder: als we meer willen doen - en dat willen boeren - dan kunnen ze dat niet alleen. Dat blijkt ook uit het rapport van WeCR ‘Werken aan dierenwelzijn in de veehouderij; een sociaal-economische impactanalyse’ dat mij is aangeboden. Ik ben blij dat we met het convenantstraject doorgaan, waarbij we met veel verschillende partijen afspraken kunnen maken die een belangrijke basis vormen voor de AMvB. Mijn inzet is om gezamenlijk tot gedragen, realistisch beleid te komen.”
Boodschap aan de minister
Tijdens het werkbezoek werd de minister gevraagd om haar beleid voor het dierenwelzijn te baseren op inhoudelijke, wetenschappelijke gronden, en niet op willekeur vanuit emoties. De minister wordt daarbij gevraagd rekening te houden met de voorlopers, die extra waardering verdienen. Ook de Europese regelgeving, een gelijk speelveld binnen de EU en vooral de marktvraag mogen onder geen beding uit het oog worden verloren. Grote investeringen in dierenwelzijn moeten langjarig zekerheid bieden. Deze investeringen moeten immers terugverdiend kunnen worden in de markt.
“De minister heeft nu met eigen ogen kunnen zien tegen welke beperkingen pluimveehouders aanlopen als zij tegemoet willen komen aan de maatschappelijke wens van meer dierenwelzijn. De marktvraag is er. Laten we er dan gezamenlijk voor zorgen dat we die mooie producten ook op een goede manier in Nederland kunnen produceren. We hopen dat de minister ons daarin gaat helpen”, aldus Kees de Jong, voorzitter LTO/NOP vakgroep Pluimveehouderij.
“Wij wilden de minister kennis laten maken met onze sector”, zegt POV-voorzitter Linda Verriet. Verriet vond bij de minister een luisterend oor en veel kennis van zaken. “Wij willen de komende jaren meer stappen zetten in dierenwelzijn, maar kunnen dat niet alleen en hebben de minister gevraagd ons daarin te faciliteren.”