Wat vindt LTO van de mestbrief van minister Wiersma?

  • LTO Noord

“Inhoudelijk niet te verdedigen en procesmatig teleurstellend.” Dat is de reactie van LTO-voorzitter Ger Koopmans op de mestbrief die minister Wiersma vrijdag 13 september naar de Tweede Kamer stuurde. LTO en POV hebben al officieel gereageerd naar het ministerie.

gelderland-10

De reactie van LTO en POV op de mestbrief vind je hier.

=> Hieronder in het kort de essentie van ons standpunt.


LTO - Afroming is fors en staat niet in verhouding

De minister stelt voor om de eerder voorgestelde afroming aan te passen naar 15% voor de pluimveehouderij en 25% voor de varkenshouderij. Ook de mestplafonds van deze sectoren worden naar beneden bijgesteld. Voor de fosfaatrechten (melkvee) geldt dat het afromingspercentage zal worden verhoogd naar 30%.

- LTO vindt dat de varkens- en pluimveesectoren op geen enkele manier worden beloond of tegemoetgekomen worden voor de grote bijdrage die zij al leveren aan het terugdringen van de mestuitstoot via eerdere en bestaande beëindigingsregelingen. Voor de melkveehouderij bevat het pakket maatregelen die de sector in het hart raken, terwijl deze maatregelen niet een uitweg bieden uit de mestcrisis.

LTO - Aanpak voor korte termijn ontbreekt

De minister zet in op innovaties zoals RENURE, en wil inzetten op het aanpassen van de huidige derogatie en een nieuwe derogatie per 2026. Nederland moet niet meer integraal als kwetsbaar gebied worden aangewezen.

- LTO vindt deze voornemens goede stappen die recht doen aan de vruchtbare Delta die Nederland is. Voor de korte termijn bieden zij onvoldoende houvast. Het aanpassen van de derogatie door het afbouwpad of de aanwijzing van derogatievrije zones dan wel NV-gebieden terug te draaien zou voor 2025 echt perspectief kunnen bieden. Wij willen graag weten hoe de minister dit wil gaan doen.

LTO - Instrumenten voor mestverwerking en -export

De minister zet in op het uitbreiden van mestverwerking en -export, echter ontbreekt het in het plan aan daadkracht.

- LTO stelt dat alle mogelijke instrumenten hiervoor ingezet moeten worden. Dit kan variëren van zogenaamde ‘aanwijzingsbesluiten’ vanuit het Rijk voor mestverwerkingslocaties tot het gebruik van experimenteerruimte op RO-vlak in de Omgevingswet (gebaseerd om de voormalige Crisis- en Herstelwet).

LTO - Graslandnorm biedt geen maatwerk

De minister wil onderzoek uitvoeren naar de haalbaarheid van de graslandnorm (van Adema), om zo invulling te geven aan grondgebonden melkveehouderij zoals deze in het addendum van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn is opgenomen.

- LTO is fel tegenstander van deze graslandnorm en denkt dat het goed is om de rampzalige economische gevolgen van dit voorstel in kaart te brengen. De mate van grondgebondenheid van individuele melkveebedrijven loopt sterk uiteen. Daarbij komt dat reeds ingezette maatregelen al bijdragen aan de gestelde doelen rondom emissiebeperking en waterkwaliteit.

LTO – Voerspoor biedt kansen

De minister geeft aan dat ze vooral kijkt naar de sector en keten om het voerspoor verder van de grond te krijgen. Dit voerspoor was een belangrijk onderdeel van het crisisplan mestaanpak dat LTO dit voorjaar met NAJK en andere agrarische partijen publiceerde. De gehele keten zal hier zijn verantwoordelijkheid moeten nemen.

- LTO is dan ook tevreden dat minister Wiersma hier mogelijkheden in ziet.

Overall conclusie van LTO over deze mestbrief

Een half jaar geleden publiceerde LTO met een aantal sectorpartijen een eigen ‘crisisplan mestaanpak’. Koopmans: “Met onze sector valt te praten over een uitweg uit de mestcrisis, ook als daar pijnlijke maatregelen voor nodig zijn, maar dan wél in samenhang met nieuw perspectief. Vergeleken met het mestvoorstel van het vorige kabinet, zitten er een aantal goede verbeteringen in dit voorstel. Maar in het pakket dat de minister vandaag publiceerde, ontbreekt perspectief voor de korte termijn. Dat kun je agrariërs niet aandoen.”