‘Ik vind het belangrijk dat er verbinding blijft met het platteland. Op beleidsniveau in Den Haag en in Brussel, maar ook gewone mensen ervan bewust maken dat wij de voedselmakers zijn. LTO is al goed bezig met boer-burgerverbinding.

Naam: Nicoline Vaalburg (54)
Bedrijf: Akkerbouw en vollegrondsgroente
In: Zuidschermer (NH)
Lid: ‘Altijd al’

Wat voor een bedrijf heeft u?

‘We telen op in totaal 220 hectare knolselderij, pootaardappelen en pompoenen, zowel biologisch als gangbaar. Daarnaast hebben we een knolselderijwasserij waar we, ook voor andere telers, knollen wassen en verpakken.’

Kunt u nog meer over het bedrijf vertellen?

‘We zijn gek van knolselderij. In de jaren tachtig is het bedrijf begonnen met het wassen van knolselderij voor de versmarkt, als gevolg van een mislukte aardappeloogst. We hadden in die winter wel personeelsleden, maar die konden toen niets doen. Dus besloten we om knolselderij te gaan wassen. Daarna kwamen er verpakkingslijnen bij met allerlei verpakkingen. We exporteren en onze producten liggen in veel winkels in Nederland. Dat maakt het werk leuk.’

Met wie runt u het bedrijf?

‘Met mijn man Ted. Hij is de derde generatie in het bedrijf. Hij heeft mij aangestoken met zijn passie. We werken met veertien vaste personeelsleden en hebben vaste aanspreekpunten voor teelt, wasserij, afzet en techniek. Een mix van jong en oud, man en vrouw. Ook Wajongers. Het is fijn om hun een doel in het leven te geven en ze zijn superenthousiast.’

Wat zijn uw toekomstplannen voor het bedrijf?

‘Ons ideaalbeeld is dat als mensen knolselderij horen, ze aan ons denken. We streven al jaren naar geen residu op je bord, een zo gezond mogelijk product. We hopen op een beter verdienmodel. Ook voor telers die deze gedachte hebben en aan ons leveren. Onder de naam Boer Ted laten we zien wat we doen en wat je met knolselderij kunt maken. Met overname zijn we nog niet echt bezig. Onze kinderen zijn twintigers. Laat hen eerst de wereld maar eens bekijken en dan een keuze maken.’

Waarom bent u lid van LTO Noord?

‘Samen kom je verder. Je moet vertegenwoordigd worden als sector. Wij zijn als plattelandspolder enkele jaren geleden gefuseerd met Alkmaar. Die gemeente had geen beleid voor het nieuwe buitengebied. Samen met het regionale LTO Noord-bestuur is er beleid gemaakt. We moeten samen zorgen voor begrip voor ons mooie vak. Vooral bij nieuwe regels vind ik het belangrijk dat ze worden getoetst bij een belangenorganisatie.’

Welke inzet verwacht u van LTO Noord?

‘Ik vind het belangrijk dat er verbinding blijft met het platteland. Op beleidsniveau in Den Haag en in Brussel, maar ook gewone mensen ervan bewust maken dat wij de voedselmakers zijn. LTO is al goed bezig met boer-burgerverbinding. Wij doen dat zelf ook graag. We houden open dagen en elk jaar het Snertevent met het NK Snertkoken. Er is veel onwetendheid. Burgers missen de connectie. Vroeger kende iedereen wel een agrariër.’

Heeft u nog tips voor LTO Noord?

‘Ik heb diep respect voor de bestuurders van LTO Noord. Blijf beleidsmakers ervan overtuigen dat we als agrarische sector de belangrijkste sector zijn in Nederland. Wij zorgen voor het voedsel. Ook over de grens. Ze vinden export een vies woord. Maar hiermee voeden we mensen die niet in de vruchtbare vallei van Europa wonen.’