Verpachters scoren onvoldoende

  • LTO Noord
  • Pacht
  • Natuurondernemers

Een onvoldoende. Of nog wat nauwkeuriger: een 4,95. Dat is wat terreinbeherende organisaties (TBO’s) als verpachter van natuurgrond scoren bij boeren.

Dit cijfer rolt uit een enquête onder agrariërs. Terugkoppeling, tevredenheid en waardering waren enkele onderdelen die werden getoetst.

Het cijfer is niet gebaseerd op slechts enkele ingevulde vragenlijsten. Ruim 150 boeren begonnen aan de enquête en dat leverde 90 bruikbare exemplaren op. ‘Boven verwachting’, stelt Gerda Kool, bestuurder in LTO Noord regio West en voorzitter van de werkgroep Natuurondernemers.

De enquête werd landelijk onder de aandacht gebracht via nieuwsbrieven, appgroepen van de verschillende vakgroepen en de website. De Brabantse respons was opvallend hoog, met 24 ingevulde vragenlijsten. Vanuit Gelderland waren het er 12 en Noord- en Zuid-Holland waren respectievelijk goed voor 11 en 9 bruikbare enquêtes. Utrecht had 10 respondenten, Overijssel 7, Friesland 8, Limburg 4, Drenthe 3 en Flevoland 2. Vanuit Groningen en Zeeland waren er geen volledige reacties.

Bemesting en beweiding

In de kleine dertig vragen werd onder meer geïnformeerd naar hoeveel hectare natuurgrond wordt gepacht – gemiddeld 17 hectare – en de prijs die wordt betaald – gemiddeld 280 euro per hectare.

Een bedrag dat 49 van de 90 boeren te hoog vindt. Ook werd gevraagd of er mag worden bemest en beweid en of dit voldoende is voor de bedrijfsvoering. Van de invullers vonden 46 het te krap, 28 precies goed en 11 antwoordden met ‘ruim voldoende’.

De werkgroep gaf eerder al te kennen dat boeren te maken hebben met veel regeltjes voor het beheer, maar eigenlijk amper terughoren of daarmee ook de natuurdoelen worden gehaald. De enquête heeft deze stelling bevestigd. Slechts 7 respondenten zeggen een terugkoppeling te krijgen. Bij 59 boeren is dat niet het geval en 20 vinkten ‘soms’ aan.

Niet gek dat 38 boeren dan ook niet wisten of ze de doelen hebben gehaald. Toch zeggen ook 33 dat wel te hebben gedaan. Maar of dat door de verpachter ook wordt gewaardeerd? De boeren die de doelen behaalden, gaven gemiddeld een 5,7 voor de waardering die zij ontvingen. Dat cijfer viel overall zelfs nog lager uit, met een naar boven afgeronde 5. En ze gaven maar een 4,8 bij de vraag of ze de verpachter aan een ander zouden aanbevelen.

‘De relatie tussen pachter en verpachter moet verbeteren. Daar is nog werk aan de winkel’, concludeert Kool. ‘Als daar geen aandacht voor is, kunnen problemen ontstaan met de gebiedsprocessen.’

Verder wil de werkgroep inzetten op langlopende pachtcontracten, zodat boeren vooruit kunnen kijken, plannen kunnen maken en zelf de beheervergoeding ontvangen, in plaats van de TBO. ‘Opvallend was dat 75 van de 154 boeren die deze vraag invulden al langer dan achttien jaar pachter zijn, maar wel met kortlopende contracten.’

Bij de vaststelling van zo’n contract zou het volgens Kool ook anders kunnen dan nu vaak het geval is. ‘Er wordt zelden gesproken over het gezamenlijk te halen doel. Er staat vooral: dit zijn de regeltjes en dit moet je betalen.’

De resultaten worden besproken tijdens een webinar voor LTO Noord-leden op 14 maart van 20 tot 21 uur. Opgeven kan via deze link.

Bron:

Nieuwe Oogst