In 2016 diende de Vogelbescherming een klacht in bij de Europese Commissie, omdat de overheid nalatig zou zijn. Die klacht vormt de basis voor de inbreukprocedure. Nederland heeft twee maanden de tijd om te beargumenteren dat de vogels echt beter beschermd zullen worden. Eventueel kan de Commissie zelf met maatregelen komen.
Wat vindt LTO Noord van deze inbreukprocedure?
Friesland is van oudsher een weidevogelprovincie. Meindert Talma, regiobestuurder in Friesland met de faunaportefeuille: “De landbouw wordt aangekeken op de terugloop in weidevogels, zoals de grutto, kievit en tureluur. Maar wij zien dat vooral predatoren, zoals de vos, marter, kraai en ooievaar, zorgen voor de sterke teruggang. Dit jaar is circa 80% van de nesteieren en kuikens van weidevogels verloren gegaan. Ook in gebieden, waar juist veel maatregelen worden getroffen door boeren, zoals de aanleg van plasdras, meer kruidenrijk grasland en ander maaibeleid. Daar zijn de vogels ook niet veilig. Het is duidelijk dat Europa geen idee heeft wat zich in het boerenland afspeelt en hoe de factor predatie van invloed is op de stand van weidevogels.”
Met provincie Fryslân werken aan een integrale aanpak
LTO Noord is momenteel met de provincie in gesprek over een nog integralere aanpak: in kaart brengen en juridisch onderbouwen dat de weidevogelstand alleen te redden is met stevig predatorenbeheer. Roel Visser, beleidsadviseur van LTO Noord in Friesland: “Nu is in Friesland onze enige troef dat wilde katten wel mogen worden beheerd. Maar daar red je het niet mee; nu is het dweilen met de kraan open. Terwijl we al wel veel doen: zo hebben we met andere landbouwpartijen en provincie Fryslân in 2021 het 'Afsprakenkader akker- en weidevogels' opgesteld, waarin boeren ook samenwerken met de Vogelwachten. Hierin staat dat de agrarische sector zich positief en actief inzet voor het beschermen van akker- en weidevogels tijdens werkzaamheden op het land.”