LTO Nederland onderstreept de noodzaak van robuust agrarisch natuurbeheerbeleid dat bijdraagt aan biodiversiteit én duurzame landbouw. LTO vindt daarom dat agrarisch natuur- en landschapsbeheer dat door boeren gedaan wordt, zich verder moet kunnen ontwikkelen.
Het is namelijk een waardevol instrument om de biodiversiteit te beschermen. Op dit moment wordt ca. 102.000 ha ingevuld met Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. In de visie van LTO kan dit doorgroeien tot 170.000 ha in 2030. Hiervoor zijn echter wel aanzienlijke investeringen nodig. Daarom pleit LTO voor een structurele verhoging van de beschikbare middelen en eerlijke vergoedingen voor boeren die aan agrarisch natuurbeheer deelnemen, of deel willen gaan nemen.
Momenteel ontvangen agrariërs vergoedingen op basis van kosten en gemiste inkomsten. Om een toekomstbestendig en concurrerend verdienmodel te waarborgen, vraagt LTO om een beloningsstructuur die de waarde van het agrarisch natuurbeheer recht doet. “Groen boeren moet lonen,” aldus LTO-portefeuillehouder Natuur, Klimaat en Energie Edwin Michiels, die voorstelt de huidige vergoeding te vervangen door marktconforme beloningen die boeren motiveren natuurvriendelijke maatregelen te integreren in hun bedrijfsvoering.
Natuur- en Landschapsbeheer door agrarische ondernemers moet zich verder kunnen ontwikkelen. Op deze manier wordt de biodiversiteit bevorderd en krijgt het herstel van natuurlijke ecosystemen binnen agrarische landschappen concreet invulling. Boeren leveren op die manier een belangrijke bijdrage aan de bescherming van de biodiversiteit. De beschikbaarheid van het voorgestelde budget van 500 miljoen euro per jaar kan de bijdrage van de landbouw aan de bescherming van de biodiversiteit versterken, mits dit geld gericht wordt ingezet voor verbeterde vergoedingen en lange termijn contracten. LTO benadrukt daarbij de waarde van agrarische collectieven, die maatwerk en effectieve monitoring mogelijk maken, en vraagt om beleid dat samenwerking tussen boeren en andere belanghebbenden stimuleert. LTO blijft zich daarom inzetten voor beleidsaanpassingen die agrarisch natuurbeheer aantrekkelijker maken voor boeren, zodat zowel de natuur als landbouw daar profijt van hebben.