‘De melkveehouderij heeft initiatieven als Young Beef nodig met het oog op de toekomst, je wil als sector een ‘license to produce’ creëren’

  • LTO Noord
  • Vleesveehouderij
  • Kalverhouderij
  • Drenthe
  • Regio Noord

Niet naar de vleeskalverhouderij, maar de wei in. De kalveren die onderdeel uitmaken van de pilot Young Beef valt dit ten deel. Met oog voor dierenwelzijn en diergezondheid wordt hoogwaardig vee opgefokt. En dat voorziet in de behoefte van de vleesverwerkers.

De Young Beef-kalveren van Cees-Pieter van Burgsteden. De wei in, in plaats van de gang naar de vleeskalverhouderij.

Op veel melkveebedrijven in Nederland verlaat het merendeel van de kalveren na veertien dagen het bedrijf. Dit omdat gemiddeld zo’n 25 tot 35 procent van de kalveren nodig is voor vervanging van de melkveestapel. Ze gaan dan vaak naar de vleeskalverhouderij. Het project Young Beef is erop gericht de dieren op een andere manier te verwaarden, waarbij diergezondheid centraal staat. 

Melkveehouder Cees-Pieter van Burgsteden uit het Friese Oosterwolde is een van de grondleggers van het project, samen met dierenarts Ruurd Jorritsma van de faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht en agrarisch manager Kees Gorter. ‘Belangrijke reden om hierover met elkaar van gedachten te wisselen en kalveren op het bedrijf te houden, is onder meer het onderzoek naar dierenwelzijn in de vleeskalversector. Dat heeft oud-landbouwminister Carola Schouten laten uitvoeren onder druk van de Tweede Kamer’, vertelt Van Burgsteden. 

‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de gezondheid en het welzijn van dieren die we niet gaan melken beter wordt? Daarnaast komen in de toekomst wellicht gronden en bedrijfsgebouwen vrij met beperkingen in gebruik en bemesting.’ Als laatste argument haalt hij aan meer verantwoordelijkheid te voelen voor deze diergroep, die ook deel uitmaakt van de melkveehouderij.

Dit leefde volgens de melkveehouder ook bij de Gagelvenne, de agrarische natuur- en milieuvereniging in Ooststellingwerf. ‘Zij heeft als doel agrariërs zelf verantwoordelijk te laten zijn voor het behoud van natuur- en landschapswaarden. De aangesloten boeren hebben een directe relatie met de natuur en hechten waarde aan een schoon milieu. En ze willen meer in harmonie met de natuur werken aan dierenwelzijn en diergezondheid. Het was daarom logisch om ze erbij te betrekken’, schetst hij de achtergrond van de pilot. 

‘De melkveehouderij heeft dit soort initiatieven nodig met het oog op de toekomst. Je wil als sector een ‘license to produce’ creëren, zoals dat zo mooi heet. Met Young Beef ligt het initiatief bij de melkveehouders’, vult Jappie Riedstra aan. Hij is melkveehouder in het Drentse Veenhuizen en neemt ook deel aan het project.

Contact met Vion

‘Wij hebben daarom contact gezocht met Vion. Zij bleken behoefte te hebben aan hoogwaardig vee van Nederlandse bodem dat van een weideperiode heeft mogen genieten’, vervolgt Van Burgsteden. ‘Een slachterij heeft substantiële aantallen nodig en een zekere stroom van dieren. In het traject zoals we hier nu mee aan de slag zijn, spelen diergezondheid en dierenwelzijn een belangrijke rol.’

Op de landschapsgrond (veelal in eigendom van natuurorganisaties) kun je deze dieren prima weiden voor langere tijd, stelt de ondernemer. ‘De laatste periode, voordat ze naar de slacht gaan, vergt extra kennis en kunde qua voeding en diermanagement. Daarbij worden we goed begeleid vanuit het project.’

Riedstra en Van Burgsteden zijn samen met de andere deelnemers in de pilot goed voor vierhonderd kalveren. De extra kosten die ze maken, worden via een toeslag op de kiloprijs vergoed vanuit het project. Maar het doel is om deze kosten door te berekenen in de marktprijs. Vion werkt aan een concept waarbij een afnemer uit de retail gelooft in het verhaal en bereid is hiervoor een meerprijs te betalen. 

Die extra kosten bestaan volgens de melkveehouders voornamelijk uit huisvesting, voer en arbeid. Door de betrokkenheid van Vion heeft het hele traject volgens hen een boost gekregen. In het project worden veel data bijgehouden en vastgelegd op het gebied van verplaatsingen, diergezondheid, medicijngebruik, welzijn in huisvesting, beweiding, enzovoorts.
Riedstra is overtuigd van het belang om als melkveehouder aan dit soort initiatieven mee te doen. ‘Wij willen naar een hogere en uniformere vleeskwaliteit. Met Young Beef kunnen we dat realiseren en tegelijkertijd de keten anders organiseren’, stelt hij.

'Eerlijk gezegd hebben we als sector in het verleden rond de afzet van kalveren niet alles altijd goed gedaan’, bekent Riedstra. ‘Daar kun je lang over praten, maar we moeten gewoon aan de slag. Want uiteindelijk moet het in de boerenpraktijk, in het veld, gebeuren. In de periode tussen het idee en de start vorig jaar is door de pioniers al veel geregeld achter de schermen. Ik hoefde alleen maar in te stappen.’ Van Burgsteden benadrukt: ‘Deze pilot biedt ruimte om te experimenteren en van elkaar te leren.’

De melkveehouders denken erover op termijn samen met andere deelnemers een bedrijf aan te kopen met grond, zodat ze gezamenlijk dieren kunnen opfokken. Ze hebben naar eigen zeggen belang bij grond die geen 70.000 of 80.000 euro per hectare kost. Met de aankoop van een dergelijk bedrijf creëer je volgens hen continuïteit. Dat is waar het in hun ogen om gaat.

Vierhonderd kalveren in pilot

Young Beef-deelnemer Jappie Riedstra heeft samen met zijn vrouw, zijn broer en diens partner een vof in het Drentse Veenhuizen. Het bedrijf telt 425 melkkoeien, 250 stuks jongvee en 50 vleeskoeien. De ondernemers beschikken over 350 hectare land, waarvan 150 hectare natuurgrond. Daarvan is de helft beweidbaar.

Deelnemer Cees-Pieter van Burgsteden heeft in maatschap met zijn vrouw een melkveebedrijf in Oosterwolde. Hun veestapel bestaat uit 160 koeien en 110 stuks jongvee, waarvan 20 stuks vleesvee, op 95 hectare en 110 hectare natuurgrond. 

In Young Beef werken de deelnemende melkveehouders samen met Vion (penvoerder), de faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht, Gagelvenne, Farmer System, LTO Noord, MetMonk en Connecting Agri&Food. In totaal zijn de deelnemers aan de pilot goed voor vierhonderd kalveren. 

Het project Young beef wordt financieel mede mogelijk gemaakt door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

Bron:

Tekst: Bianca Domhof, Nieuwe Oogst | Foto: Rens Hooyenga