Onder meer door niet te luisteren naar de praktijk, is een grote chaos ontstaan. Dat is niet alleen een probleem voor de veehouderij, maar ook voor de tuinbouw, akkerbouw, woningbouw, mobiliteitssector en industrie. Ofwel, voor alle ammoniak- en stikstofoxidenuitstoters.
Ik was in 2019 aanwezig bij het kennismakingsgesprek met de directeur-generaal Stikstof die Christianne van der Wal, voormalig minister voor Natuur en Stikstof, moest adviseren. Een ambtenaar met een juridische achtergrond en werkervaring in telecom, openbaar vervoer en sociale zaken. Niet in de praktijk achter stikstof. We hadden afgesproken op een boerderij bij de Nieuwkoopse Plassen, een stikstofgevoelig gebied bij Den Haag.
Dit bedrijf deed mee aan het project Proeftuin Veenweiden, waarbinnen tien boeren in drie jaar tijd met managementmaatregelen een reductie van de ammoniakemissie van 25 procent hebben behaald. Uit onderzoek bleek dat dit op meer plekken mogelijk is. In 2019 is dus al de tip meegegeven om dit mee te nemen in het beleid. De directeur-generaal Stikstof was toen ook al gewezen op het feit dat het eiwitpercentage in diervoeders niet oneindig omlaag kan.
Mijn visie is dat de sector al lang bezig is met oplossingen. Beleid koppelen aan praktijk is nu het nieuwe politieke adagium. Het is zonde dat er zoveel tijd is verloren en veel adviezen in de wind zijn geslagen. Nu alle neuzen dezelfde kant op staan is het tijd om te kijken naar de oorsprong van dit stikstofbeleid. Dat was namelijk niet stikstof, maar de Vogel- en Habitatrichtlijn met een inspanningsverplichting om achteruitgang te voorkomen. Als we nu weer met plannen komen, dan verwachten we deze keer wel een open houding van Den Haag en een luisterend oor.