Dat het beter gaat dan tientallen jaren geleden. Ook over positieve natuurrapportages. Ik zie daarvan weinig in de media. Hoe kan dat?
Eerst enige achtergrond: het natuurbeheer is niet goed georganiseerd, waardoor veel partijen geld tekortkomen voor deugdelijk beheer of professionele samenwerking. De bekostiging van beheer lijkt een restpost, in plaats van een basis onder natuurbeleid. Voor natuurverwerving en -inrichting is geld beschikbaar, voor het deugdelijk vergoeden van het beheer vaak niet. Voor de duidelijkheid maak ik eerst een splitsing.
Voor boeren bestaat daarvoor de vergoeding agrarisch natuurbeheer, uit de pot agrarisch natuur- en landschapsbeheer: ANLb. Die geeft een compensatie voor gederfde inkomsten, maar heeft twee nadelen. De compensatie is onvoldoende voor een gezonde bedrijfsvoering. Tweede probleem is dat het niet indexeert voor bijvoorbeeld hogere voerprijzen.
Twee is natuurbeheer op grond met een natuurbestemming waar boeren beheer uitvoeren, ik noem dat ‘landbouwinclusieve natuur’. Vergoedingen zijn gebaseerd op 84 procent van de kostprijs. Dat is karig voor beheer. Er zijn steeds minder boswachters in het veld en meer mensen op kantoor. Dat kwam ook uit ons LTO-onderzoek onder boeren die pachter zijn op deze gronden. De terugkoppeling van natuurkwaliteit en kennisdeling zijn ver onder de maat.
Bij natuur- en milieuorganisaties gaat het al snel over geld. Volgens mij is dit een van de redenen waarom de stelling dat de ‘natuur omvalt’ steeds wordt herhaald. Een frame dat alle partijen in de weg zit om geloofwaardig haalbaar en betaalbaar natuurbeleid vorm te geven.