Zo’n twintig jaar geleden werd ik voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). Voor mij was dit destijds reden om mijn eerste ‘mobieltje’ aan te schaffen. Wat was het handig, altijd bereikbaar.

Nu is het bijna niet meer voor te stellen hoe het was zonder mobiel. Net als bijna niet meer voor te stellen is dat je er alleen maar mee kon bellen en sms’en. 

In twintig tijd jaar is veel veranderd. Een transitie van mobiele telefoon naar mobiele computer met belfunctie, zou je kunnen zeggen. Voor de landbouw geldt hetzelfde: enorme veranderingen in een relatief korte periode. Het areaal is met bijna 8 procent verminderd. In diezelfde periode is het aantal land- en tuinbouwbedrijven gedaald van grofweg 90.000 naar 50.000. Tegelijkertijd zijn marktvragen, maatschappelijke wensen en politiek veranderd. Dat maakt dat land- en tuinbouwbedrijven er anders uitzien. 

Bedrijfsvoering en management zijn aangepast, inkomstenstromen zijn veranderd, robotisering, digitalisering, schaalvergroting en verbreding hebben plaatsgevonden. Bij al die veranderingen willen we als LTO Noord een betekenisvolle rol spelen voor onze leden. Nu en in de toekomst. Dat kan alleen als we zelf ook tijdig veranderen. Dat is best een uitdaging, want naast alle genoemde veranderingen op het boerenerf, moeten we als vereniging ook antwoorden hebben op andere vraagstukken.

Hoe gaan we om met de duizelingwekkende communicatiesnelheid van (nep)nieuws? Hoe vinden we leden die zich voor langere tijd aan een bestuurlijke rol willen committeren of de juiste deskundige medewerkers? In de huidige maatschappij zijn dat geen vanzelfsprekendheden. Daarom moeten we naast de blik naar buiten ook intern kijken of we goed opgesteld staan. 

Ter geruststelling, daar zijn we hard mee aan de slag in zowel organisatie als vereniging. Het feit dat onze directeur onlangs de ‘Medewerker Beleving Award 2024’ heeft gewonnen, is een voorbeeld dat we op de goede weg zitten.