Voor mij belangrijk en tegelijkertijd leuk om te doen, is het bezoeken van agrarische bedrijven. De afgelopen tijd heb ik er heel wat bezocht.

Broccolitelers, schapenmelkers, fruit- en sier-telers, boomkwekers, konijnenhouders en ondernemers die, naast het melkveebedrijf, kinderopvang organiseren en dementerende ouderen een prachtige plek en verzorging bieden. Maar ook bedrijven als Royal FloraHolland en zaadveredelaars. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Zelfs voor iemand als ik, die uit de sector komt, blijf het verrassend wat allemaal in en rond de agrarische sector gebeurt. Wat opvalt, is dat een grote afhankelijkheid en verbondenheid bestaan tussen de verschillende bedrijven en sectoren, ondanks de diversiteit.

Of het nu gaat om onderwijs, innovaties, huisvesting van buitenlandse medewerkers, financiering, gewasbescherming, dierziektebestrijding, Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, technische resultaten of bemesting; op alle fronten zie ik samenhang en beweging in de sector.

Juist die diversiteit en samenhang maken de Nederlandse land- en tuinbouwsector uniek in de wereld. De hechte verwevenheid van boeren, tuinders en telers met de diverse schakels in de keten leidt niet alleen tot technische vooruitgang, maar draagt ook bij aan oplossingen van grote maatschappelijke opgaven en uitdagingen. Het beeld van een conservatieve land- en tuinbouw strookt niet met de werkelijkheid.

Bedrijfsbezoeken helpen mij enorm om voorbeelden uit de praktijk te kunnen noemen als ik aan de tafels zit. Ook kan ik dan aangeven dat het niet de ondernemers zijn die niet vooruit willen, maar dat het beleid vooruitgang vaak in de weg staat. Met eigen ogen zien wat voor moois er in de sector gebeurt, maar ook zelf ervaren tegen welke problemen ondernemers aanlopen, helpen enorm in de bewustwording. Ik denk daarom dat we vooral ook heel veel Kamerleden en bewindslieden moeten uitnodigen de boer op te gaan en dat we ze enorm verrassen.