Het voorjaar hangt in de lucht. Het landelijk gebied van Oost-Nederland nodigt uit om naar buiten te gaan.

Kijk eens om je heen, naar de vele bankjes waar je als passant kunt uitrusten, bijna altijd met uitzicht over agrarisch gebied. Want mensen houden van de levendigheid van het platteland, in de vorm van vee (maar ook vogels en ander wild) in de wei, diverse gewassen en de dynamiek op en rond het boerenerf. De kracht van het platteland: de balans tussen natuur, landschap en recreatie. Als je een van die pijlers afbreekt, dan is de verhouding zoek.

Daarom is een landbouwvisie essentieel, waar de waarde en bescherming van landbouwgrond echt handvatten krijgt. Provincie Overijssel werkt aan zo’n document, waarin ze koerst op het jaar 2040. Daarin geeft zij de visie op de toekomstige landbouw weer.

Als regiobestuur van LTO Noord hebben we, samen met onze partners in het Landbouwcollectief, aangegeven welke zaken wij van belang vinden. Input leveren op deze visie vinden wij van belang, want we zien dat het natuurlijk evenwicht uit balans raakt, ten nadele van de landbouw. De landbouwvisie moet gebaseerd zijn op het eigenstandig belang van de agrarische sector.

Met het oog op de toekomst, waarin grondgebondenheid steeds meer de norm wordt, is beschikbare grond dus essentieel.

Ja, als we over extensivering spreken, kunnen natuurgronden daarin ook een rol spelen. Maar telkens grond willen vrijmaken voor alleen nieuwe natuur, duurzame energiewinning of woningbouw, biedt geen perspectief. We zien in de landbouwvisie graag een toetsingskader dat daar de broodnodige bescherming toe biedt. Op 12 maart praat de provincie over het vervolg van de landbouwvisie. Ons agrarisch geluid is daar onmisbaar. Voor onze sector, voor ons landschap, voor ons allemaal.