Plannen die gaan over het grootschalig graven op landbouwgrond om kabels voor windturbines op zee aan te kunnen leggen.
Tijdens dit soort bijeenkomsten zie je wat de kracht is van georganiseerd zijn. Goede lokale bestuurders die samen met collega-boeren hun netwerk gebruiken en ondersteund worden door een professionele werkorganisatie waardoor zij een sterk verhaal weten neer te zetten bij beleidsmakers. Dat is belangrijk, omdat de praktijk waar wij mee te maken hebben vaak weerbarstiger is dan de theorie van het papier.
Ook bij dit werkbezoek werd dit duidelijk. Het is niet zo raar dat een minister denkt: als we een goede schaderegeling betalen, dan is het toch niet zo erg als we een leiding door een perceel suikerbieten leggen? Wat zo’n minister niet weet, is dat het niet een ‘geultje’ voor een kabeltje is, maar een sleuf van tientallen meters breed. En dat dit soort ingrijpende graafwerkzaamheden, direct achter de zeedijk, zorgt voor verstoring van het bodemprofiel. Het vormt zo een groot risico op bijvoorbeeld kwelvorming en verzilting. Resultaat: langdurig en onherstelbare schade.
De minister zei dat het belangrijk is voor beleidsmakers om goed geïnformeerd te zijn. Dat is nodig voor een goede belangenafweging. Het moge duidelijk zijn dat ik daarop heb geappelleerd. Want op kaartjes in rapporten als ‘naar een ontspannen Nederland’ worden de gronden waar we het hierover hebben als ‘toplandbouwgronden’ aangeduid. De boodschap naar de minister was dan ook helder: in een gebied waar landbouw als topgebied wordt aangeduid, is de belangafweging makkelijk; kies voor landbouw. Of zoals een van de boeren zei: ‘Deze grond is bedoeld om pootaardappelen of wortels in te doen, geen kabels.’