Ja, een zonering van circa 500 meter zou kennelijk zoveel stikstofruimte opleveren dat de agrarische sector – en met name de PAS-melders – daar weer mee kunnen worden losgetrokken. Maar inmiddels weten we dat we als sector sinds 2019 amper toebedeeld zijn.
Bijna alle ruimte ging naar woningbouw, wegenaanleg en Schiphol, terwijl ondertussen al heel veel is gebeurd op het boerenerf. Van reductiemaatregelen, die nog te vaak worden geblokkeerd door vergunningenbureaucratie, tot – helaas – de uitdunning van de sector.
Hier in de regio Ommen-Hardenberg zie je bedrijven wegvallen omdat ze gebruikmaken van stoppersregelingen en/of de grond verkopen en/of verhuren aan akkerbouwers. Ongeveer de helft van de melkveehouders is de laatste vijf jaar al gestopt en van de varkenshouders zijn er nog maar een paar over. Dan zie je dat het kennelijk nog steeds niet genoeg is.
Wat is dat toch met die eisen om Natura 2000-gebieden steeds meer op te willen rekken, waarbij je vroeg of laat als boer op zo’n plek aan de beurt bent en met beperkingen te maken krijgt? Met die onzekerheid in je achterhoofd is het lastig om vertrouwen te houden. Met zulk beleid hef je de sector straks gewoon op. Waarom niet eens omdenken? Waarom kiezen voor bufferzones rond een gebied als je ook kunt kijken naar interne zonering. Dus binnen de grenzen van een natuurgebied kijken naar de ruimte – die er echt is – om die buffer te creëren.
Ik pacht land van Landschap Overijssel langs natuurgebied. Ik zou het niet gek vinden als ze die eigen gronden gebruiken om beperkingen op te leggen en een buffer te realiseren. Ga daar eens over in gesprek met een agrariër en kijk wat er mogelijk is, maar blijf vooral weg van het automatisme om begerig te kijken naar boerenland. Daarmee los je niks op, maar maak je veel kapot.