Aanpak Phytophtora: blijven spuiten, maar met beleid

  • Akkerbouw en vollegrondsgroenten

Aardappeltelers staan dit jaar voor grote uitdagingen. Zo is de Phytophtora-druk al enige tijd dermate hoog dat er maar één ding opzit: blijven spuiten. Daarbij is het van belang dat de gewasbeschermingsmiddelen op de juiste manier worden gedoseerd.

Peter Berghuis, lid van de LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente, noemt de situatie  voor de telers uitzonderlijk en zorgwekkend. ‘We hebben dit jaar nog geen droge periode gehad, niet voor langere tijd in ieder geval. Mooie dagen worden consequent afgesloten met dauwnachten. Met een extreem lange bladnatperiode tot gevolg, de gewassen worden nauwelijks droog. Ideaal schimmelweer dus, met een hoog infectiegevaar. Dan helpt maar één ding: preventief blijven spuiten.’

Combinaties van middelen

Peter geeft aan dat voor een doeltreffende Phytophtora-aanpak de bespuitingen met combinaties van middelen moeten worden uitgevoerd en afgewisseld. Die aanpak voorkomt dat de schimmel resistentie opbouwt tegen een bepaald middel, aldus de bestuurder. Hij verwijst daarbij naar Taskforce Phytophtora, die vorig jaar in het leven is geroepen door BO Akkerbouw. In samenwerking met Wageningen University & Research (WUR), CropLife NL en FRAG NL heeft de Taskforce een kleurenschema voor de juiste bespuitingsmethode uitgewerkt. Daarnaast adviseert de Taskforce om bij voorkeur een beslissingsondersteunend systeem (BOS) te gebruiken. Zo’n BOS helpt om plaatsspecifiek en daarmee heel doelgericht te spuiten.

Alternatieven beperkt

Alternatieven om het gewas te beschermen zijn op dit moment beperkt. Tegelijkertijd constateert Peter dat de ‘gereedschapskist’ waar telers uit kunnen putten steeds verder wordt uitgekleed: ‘Normaalgespoken kunnen we met de beschikbare middelen prima uit de voeten. Maar nu we frequenter moeten spuiten, zitten we eerder aan onze limiet. Bovendien raken we volgend jaar één van de middelen uit ons pakket kwijt (Orvego, red). Dat maakt het er allemaal niet makkelijker op.’

Robuustere rassen

Peter stelt dat de sector vooral gebaat is bij robuustere aardappelrassen - weerbare planten, die minder gevoelig zijn voor Phytophtora. Daar wordt ook aan gewerkt, maar snel gaat het niet. Peter: ‘Het kweekproces duurt lang. Vóórdat je een nieuw ras op een goede productieschaal kunt draaien, ben je maar zo vijftien jaar verder. En dan moet je ook nog eens zeker weten dat je er voldoende afnemers voor hebt.’

Met beleid bespuiten

Peter schetst dat naast de ontwikkeling van nieuwe rassen ook het onderzoek naar de toepassing van biostimulanten doorgaat. Daarmee kan op een natuurlijke manier de weerbaarheid van de plant worden verhoogd. In de tussentijd blijf het vooral zaak om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met beleid toe te passen. Peter adviseert om het weerbericht goed in de gaten te houden: ‘Voor de werking van de middelen is het verstandig om vóór een bui te bespuiten. Plan dat goed in, zodat je de kans op afspoeling tot een minimum beperkt.’

Meer tips hoe je uit- en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen kunt beperken vind je hier.