‘Ik ben heel trots op alles wat wij mét elkaar hebben neergezet’

  • LTO Noord

Na ruim vijftien jaar bij LTO actief te zijn geweest, zit het er voor Trienke Elshof op. De melkveehouder en geboren bestuurder nam woensdag 13 december tijdens de ledendag van regio Noord in Drachten publiekelijk afscheid van haar bestuurswerk en ‘haar’ leden. ‘Ik ben trots op alles wat wij mét elkaar hebben neergezet’, klinken haar warme woorden.

Elshof werd in 2008 afdelingsvoorzitter van de LTO Noord-afdeling Weststellingwerf. Maar al voor deze benoeming zette zij zich als bestuurslid in voor de belangen van de boeren en tuinders in dit werkgebied.

In 2016, tijdens de vorming van de regionale LTO’s, wisten voormalig provinciaal voorzitter Geart Kooistra en regiomanager Paul Bos Elshof goed te vinden voor een eventuele bestuursfunctie. Na een sollicitatieronde werd zij de allereerste regiovoorzitter van LTO Noord regio Noord. Ruim 7,5 jaar vertegenwoordigde zij samen met het regiobestuur de LTO Noord-leden in de provincies Friesland, Drenthe en Groningen.

In 2018 kwam daar nog een bestuursfunctie bij. Toen werd ze benoemd als portefeuillehouder Gezonde omgeving bij LTO Nederland. Nu zet zij haar bestuurlijke kennis en ervaring in bij zuivelcoöperatie FrieslandCampina.

Geboren boerin én bestuurder

Trienke Elshof (56) runt samen met haar man Henk en kinderen een melkveebedrijf in het Friese Oldetrijne. Naast haar bestuurlijke ervaring bij LTO Noord, is ze vijf jaar districtsraadslid geweest bij FrieslandCampina, was ze ruim twaalf jaar algemeen bestuurslid bij Wetterskip Fryslân, heeft ze zeven jaar zitting genomen in de Ledenraad van Agrifirm, is ze bestuurlijk actief geweest bij Rabobank en heeft ze nog een interim-klus gedaan bij Agrarische Natuur Coöperatie Westergo. Dinsdag 12 december begon Elshof officieel als coöperatiebestuurslid bij FrieslandCampina, waar ze verantwoordelijk is voor de portefeuille Zorg voor dier en natuur. Regiobestuurder Wietse Duursma neemt haar taken bij LTO Noord waar.’

Ruim vijftien jaar belangenbehartiging bij LTO. Hoe kijkt u daarop terug?

‘Het waren hele mooie, maar ook bewogen jaren. Er is veel gebeurd in onze sector. Ik ben trots op wat wij, bestuurders en medewerkers, op diverse dossiers hebben bereikt. Maar er waren ook moeilijke momenten, bijvoorbeeld wanneer leden jou niet meer begrijpen. Of dat je pure onmacht, wanhoop en verdriet ziet onder leden. Dat raakt mij. Als belangenbehartiger loop je het vuur uit de sloffen voor de leden, maar helaas kun je niet alles van tafel krijgen.’

Hoe was het om als regiovoorzitter te beginnen?

‘Best spannend, want je weet eigenlijk niet waar je aan begint. De regiobesturen waren nieuw. We moesten dit, met behulp van de werkorganisatie, zelf vormgeven. Dat was zoeken. Als bestuurder word je aan alle kanten goed ondersteund door LTO Noord. Ik heb het als een warm bad ervaren.’

Kort na uw aanstelling kwam de overheid met het fosfaatreductieplan. Hoe was dat?

‘De regiobesturen waren net op gang toen we dit te horen kregen. Dat sloeg in als een bom. Ik had het gevoel dat wij, als sector en bestuur, een sprong in het diepe maakten. In aanloop naar de afschaffing van het melkquotum en kort daarna hadden veel boeren flinke investeringen gedaan. Er werden stallen gebouwd, vee aangekocht of plannen gemaakt om uit eigen aanwas te groeien.

Toen kwam de overheid met dit plan, met als peildatum 2 juli 2015. Dat zorgde voor veel onbegrip en boosheid onder boeren. Tegelijkertijd dachten wij als bestuur: nu moet je er zijn voor je leden. Hoe moeilijk dat ook is.’

Wat betekende dit voor uw bestuurswerk?

‘Vanaf dat moment stond de fosfaatproblematiek en later de PAS- en stikstofproblematiek centraal in onze belangenbehartiging, tot op de dag van vandaag. Kort na de bekendmaking van het fosfaatplan organiseerden wij samen met de vakgroep Melkveehouderij ledenbijeenkomsten in de drie noordelijke provincies. Het gesprek met leden aangaan was belangrijker dan ooit. Wat willen zij met ons delen? Wat is hun verhaal? Die input namen wij mee naar de politiek en overheid.’

Hoe kijkt u daarop terug?

‘Het was een hectische tijd. Na het fosfaatreductieplafond kregen wij een aantal jaren later landelijk en regionaal te maken met de PAS- en stikstofproblematiek. De stikstofdemonstraties die in 2019 volgden, hebben veel losgemaakt. Dit heeft impact gehad op onze leden, bestuurders en de werkorganisatie. Het was het begin van een nieuw tijdperk. Door de demonstraties trokken provincies de beleidsregels in. Dat was mooi, maar betekende wel dat we de relatie met hen moesten herstellen om het gesprek weer aan te kunnen gaan.’

Hoe ziet u op dit vlak de toekomst voor u?

‘Na veel inzet zijn we er nog niet. Ik ben bang dat een deel van de stikstofproblematiek wordt opgelost door de afschaffing van de derogatie. Dat vind ik een harde en oneerlijke manier. De stikstofdoelen worden gehaald door andere sporen te volgen. Daarmee komt de overheid er te gemakkelijk vanaf. LTO heeft altijd aandacht gevraagd voor het bestaansrecht van boeren en tuinders en moet daar ook in de toekomst hard op blijven duwen. Agrariërs kunnen dit probleem niet alleen oplossen. Dat moeten we samen doen. De sector staat al vier jaar stil door onzekerheid. Dat is te lang en kunnen wij ons niet veroorloven. Daar moet een einde aan komen.’

Ook ging veel aandacht naar de dossiers Water, Veenweiden en Ruimtelijke Ordening?

‘Het veenweidedossier heeft ook veel zweetdruppels gekost, zowel op regionaal als landelijk niveau. Afgelopen zomer zijn de Provinciale Programma’s Landelijk Gebied (PPLG’s) afgesloten. Als regiobestuur hebben we veel moeite gedaan om daar de laatste punten en komma’s in te krijgen en het landbouwgeluid terug te zien. Dat is aardig gelukt.’

Waar bent u als regiovoorzitter trots op?

‘Dat ik een regiobestuur achter laat dat mij misbaar heeft gemaakt. Daar staat een ijzersterke club. Ik ben blij met de jaren die we samen hebben gehad en wat wij hebben bereikt. De dossiers en gesprekken waren soms stevig, maar we konden altijd op elkaar bouwen. Ook als het zwaar was. Ik ben ook trots op Paul Bos, onze manager en rots in de branding.’

Op de ledendag in regio Noord nam u afscheid. Hoe kijkt u daarop terug?

‘Ik vond het best spannend. Er werden veel mooie woorden gezegd, door collega’s en leden. Dat heeft mij geroerd en draag ik nog lang bij mij. Ik ben dankbaar dat ik dit moment samen met leden, collega’s mijn familie en vrienden mocht beleven.’

Bron:

Nieuwe Oogst